Stop : Medesano
Het duurde geen half uur na mijn vertrek of daar was ie dan : het eerste heuveltje na lange tijd. Mijn blijdschap was zo groot dat ik deze bult omzoomd met een rij bomen langs weerszijden (maw een dreef) voor de eeuwigheid vastlegde op de digitale plaat.
Bovendien kon ik het niet laten om het laatste stuk naar boven te rennen. Het was nog vroeg, dus niemand in de buurt. Men zou voor minder belanden in het zottenhuis.
Dag 66 was genieten van de vergezichten, die naarmate de hoogtemeters stegen alleen maar impressionanter werden. Valleien en dalen werden steeds dieper, de toppen van de groene heuvels begonnen steeds meer te flirten met het rotsachtige karakter van echte bergen. Dat was alvast richting het Zuiden.
In het Noorden kon ik dan heel duidelijk en afgetekend, niettegenstaande 250 a300 km verderop, de Alpen zien. Nogmaals werd bevestigd dat die Povlakte immens groot was.
Ik had er zin en met een mega stevige tred ging ik er vandoor zodoende ik tegen 12u30, 23km had weggemaaid en was toegekomen op mijn bestemming van de dag: Medesano.
In een bar speelde ik een bijzondere matige pasta carbonara binnen. Toen ik de eigenaar vroeg waar ik het oratorio kon vinden, zei hij zonder verpinken dat pelgrims er niet meer welkom waren. Nochthans had ik geen 24u voorheen een vriendelijke stem aan de lijn gehad met de boodschap dat ze me graag verwelkomden. Toen ik bij verlaten van de bar even achterom keek vond ik meteen het antwoord op de merkwaardige opmerking van de eigenaar van de bar-HOTEL.
In het oratorio trof ik inderdaad een vriendelijke kerel die me wegwijs maakte. Wat volgde was een mega siesta van quasi een ganse namiddag.
Op dag 67 klom ik lichtjes verder door de Apenijnen. Een beeld zegt zoveel meer dan woorden en dus werd het geheugen van mijn I-Phone zwaar op de proef gesteld.
Inmiddels heb ik over de 800 foto's genomen. Te bedenken dat achter iedere foto wel een klein verhaal schuilt. Wat ga ik veel te zeggen hebben als ik terug thuis ben.
In Svizzano ontmoette ik Peter uit Frankfurt, Brendan uit Belfast en Fausto en Rossano, een Italiaans koppel uit Bergamo.
Zwaar puffend, waggelend hinkend als een eend, zwetend als een rund en met een verkramd gezicht kwam den Duits Peter als eerste na mijn aankomst toe in het ostello, een mooi gerestaureerde sous sol van een meer dan 800 jaar oud gebouw.
Ik kreeg pijn aan mijn al mijn ledematen, alleen al maar door te kijken naar zijn rugzak.
Een half uurtje later arriveerden de andere drie : Het Italiaanse koppel, Fausto en Rossana, eerder zwijgzaam en afwachtend, de (Noord)Ier, Brendan, meteen joviaal en vriendelijk.
Dit trio was zo vriendelijk geweest om inkopen te doen ergens onderweg zodoende we 's avonds met zijn allen konden proeven en smullen van Rossana's pasta. Het was niet alleen vriendelijk maar ook voorzienend vermits er in het dorp niets te rapen viel.
Inmiddels was ik op mijn tocht al een aantal markante persoonlijkheden tegen gekomen. Zo ook de gepensioneerde Fausto. Niet alleen om wille van zijn bijzonder lange grijze haren (tot halverweg zijn rug) maar vooral voor het aantal marathons dat de man in zijn leven gelopen had ttz bijna 600 die hij in een gemiddelde tijd van 4uur liep. Sir Marathon werd hij ook wel genoemd zo vertelde hij me niet geheel zonder enige trots. Fier toonde hij me ook zijn blog.
http://sirmarathon.blogspot.it met als adagium : non e importante la meta, ma il cammino.
En met dat laatste kan ik gezien de vele onverwachtte ontmoetingen alleen maar beamen.
Hallo Geert,
BeantwoordenVerwijderenVerschillende sterke karakters bijeen !!!
Bedenk volgende spreuken; " Adde parvum parvo magnus acervus erit" en " Quidquid latine dictum sit, altum videtur ".
Groeten,
Wilfried