maandag 30 september 2013

Dag 68-69 : Svizzano - Pontremoli

Dag 68 - 69 Sivizzano - Pontremoli
Tussenstop : Berceto

Op dag 68 was het een goede 800 meters stijgen om daarna terug 500 meters te dalen naar Berceto en op dag 69 was het een goede 700 meters stijgen om dan via de Passo de la Cesa een goede 1000 meters te dalen naar Pontremoli
Het waren dus twee stevige dagen van klimmen en dalen. Twee dagen van extra fysieke labeur, te meer vermits dag 69 er bovendien eentje was van 32 km. 

Op dag 9 had ik me in de infirmerie van de paters en broeders tradionalisten op zo'n oude klassieke weegschaal die ieder kind in ons zich nog wel kan herinneren van de jaarlijkse PMS-onderzoeken, gewogen. En in mijn blootje gaf de schaal een goede 94kg aan. 
Inmiddels schat ik een goede 10 kg verloren te hebben en tijdens het klimmen deed het me dan ook deugd te voelen dat mijn lichaam de extra inspanningen redelijk goed verteerde.
Het ergste van een berg is echter het afdalen. Misschien minder belastend cardiologish gezien dan, maar voor pezen, spieren en knoken een ware geseling. Tijdens het afdalen is bovendien een grotere concentratie vereist om kwetsuren maximaal mogelijk te vermijden. En de afdaling naar Po 
ntremoli was hierin niet anders. Alles goed verlopen hoor, maar bij aankomst in Pontremoli was den deze content dat deze moeilijke afdaling toch achter de rug lag.

Tijdens de dagen 68 en 69 was het Peter, de Duitser die ik het vaakst onderweg tegenkwam : Op dag 68, een eerste keer -want zeer vroeg vertrokken- ergens in een ontiegelijk klein heuveldorpje bestaande uit een kerkje en drie huisjes alwaar hij een pauze nam en waar ik hem passeerde, een tweede keer in een dorp verderop alwaar we een capu dronken en ons bevoorraadden voor een picnic nadat hij via de weg een aantal kms had goed gemaakt ten opzichte van het francigena pad, om dan een eindje samen te stappen, onze picnic te verorberen en dan terug in onze eigen tempo af te zakken naar Berceto waar we elkaar terug zagen in het lokale jeughuis alwaar we een kamer met drie stapelbedden deelden.
Op dag 69 kwam ik hem tegen ergens in de afdaling naar Pontremoli na 2 uur stappen. Hij had net zijn voet omgeklonken en hij kermde het uit van de pijn. Niettegenstaande zette hij zijn stappen verder, weliswaar via de gewone weg.
Peter was een aardige kerel van dik in de vijftig die theologie gestuurd had en die als parochiaal medewerker in zijn heimat het gelijke werk van een pastor mocht doen op uitzondering van het uitvoeren van de 7 sacrementen (voor de ongelovigen onder ons : het doopsel, de eucharistie, het vormsel, het huwelijk, de priesterwijding,  de biecht, de ziekenzalving). Peter was het type kuitenbijter die je bij de junior-veteranen en veteranen in het tennis ook wel eens tegenkomt - uitzonderlijk ook in heren 5 in de buurt van Genk- Iedere bal lichtjes terug "tutsen" tot ergernis van de technisch bekwamere andere kant. En niettegenstaande die technisch bekwamere kant zijn best deed om ballen ongrijpbaar te maken voor de "tutser", iedere bal werd geretourneerd. "Peter stapte met minstens 10 kg teveel op zijn rug, had minstens een tiental blaren op zijn hiel en toch sleepte hij zich er iedere dag al kreunend doorheen. Elke dag kwam hij aan. De prijs van de schoonheid zou hij ongetwijfeld niet winnen maar die van de verbetenheid en doorzetting des te meer.

In Pontremoli aan de voet van de Apenijnen hadden we in het bijzijn van Brendan, de Noord-Ier, ons laatste avondmaal. De volgende dag zou Peter immers de trein nemen naar Sarzana om van daaruit naar Massa te stappen. Hij had immers zijn zinnen gezet op een aankomst te Rome op 5 oktober en met de resterende tijd was het quasi onmogelijk om dit al wandelend te doen. 


zondag 29 september 2013

Dag 66-67 : Fidenza - Sivizzano

Dag 66 -67 Fidenza - Sivizzano
Stop :  Medesano 

Het duurde geen half uur na mijn vertrek of daar was ie dan : het eerste heuveltje na lange tijd. Mijn blijdschap was zo groot dat ik deze bult omzoomd met een rij bomen langs weerszijden (maw een dreef) voor de eeuwigheid vastlegde op de digitale plaat. 
Bovendien kon ik het niet laten om het laatste stuk naar boven te rennen. Het was nog vroeg, dus niemand in de buurt. Men zou voor minder  belanden in het zottenhuis.

Dag 66 was genieten van de vergezichten, die naarmate de hoogtemeters stegen alleen maar impressionanter werden. Valleien en dalen werden steeds dieper, de toppen van de groene heuvels begonnen steeds meer te flirten met het rotsachtige karakter van echte bergen. Dat was alvast richting het Zuiden.
In het Noorden kon ik dan heel duidelijk en afgetekend, niettegenstaande 250 a300 km verderop, de Alpen zien. Nogmaals werd bevestigd dat die Povlakte immens groot was.

Ik had er zin en met een mega stevige tred ging ik er vandoor zodoende ik tegen 12u30, 23km had weggemaaid en was toegekomen op mijn bestemming van de dag: Medesano.
In een bar speelde ik een bijzondere matige pasta carbonara binnen. Toen ik de eigenaar vroeg waar ik het oratorio kon vinden, zei hij zonder verpinken dat pelgrims er niet meer welkom waren. Nochthans had ik geen 24u voorheen een vriendelijke stem aan de lijn gehad met de boodschap dat ze me graag verwelkomden. Toen ik bij verlaten van de bar even achterom keek vond ik meteen het antwoord op de merkwaardige opmerking van de eigenaar van de bar-HOTEL.
In het oratorio trof ik inderdaad een vriendelijke kerel die me wegwijs maakte. Wat volgde was een mega siesta van quasi een ganse namiddag. 

Op dag 67 klom ik lichtjes verder door de Apenijnen. Een beeld zegt zoveel meer dan woorden en dus werd het geheugen van mijn I-Phone zwaar op de proef gesteld. 
Inmiddels heb ik over de 800 foto's genomen. Te bedenken dat achter iedere foto wel een klein verhaal schuilt. Wat ga ik veel te zeggen hebben als ik terug thuis ben.

In Svizzano ontmoette ik Peter uit Frankfurt, Brendan uit Belfast en Fausto en Rossano, een Italiaans koppel uit Bergamo.
Zwaar puffend, waggelend hinkend als een eend, zwetend als een rund en met een verkramd gezicht kwam den Duits Peter als eerste na mijn aankomst toe  in het ostello, een mooi gerestaureerde sous sol van een meer dan 800 jaar oud gebouw. 
Ik kreeg pijn aan mijn al mijn ledematen, alleen al maar door te kijken naar zijn rugzak. 
Een half uurtje later arriveerden de andere drie : Het Italiaanse koppel, Fausto en Rossana,  eerder zwijgzaam en afwachtend, de (Noord)Ier, Brendan, meteen joviaal en vriendelijk. 
Dit trio was zo vriendelijk geweest om inkopen te doen ergens onderweg zodoende we 's avonds met zijn allen konden proeven en smullen van Rossana's pasta. Het was niet alleen vriendelijk maar ook voorzienend vermits er in het dorp niets te rapen viel.

Inmiddels was ik op mijn tocht al een aantal markante persoonlijkheden tegen gekomen. Zo ook de gepensioneerde Fausto. Niet alleen om wille van zijn bijzonder lange grijze haren (tot halverweg zijn rug)  maar vooral voor het aantal marathons dat de man in zijn leven gelopen had ttz bijna 600 die hij in een gemiddelde tijd van 4uur liep. Sir Marathon werd hij ook wel genoemd zo vertelde hij me niet geheel zonder enige trots. Fier toonde hij me ook zijn blog.
http://sirmarathon.blogspot.it met als adagium : non e importante la meta, ma il cammino.

En met dat laatste kan ik gezien de vele onverwachtte ontmoetingen alleen maar beamen.

zondag 22 september 2013

Dag 65 : Fiorenzuola - Fidenza

Dag 65 Fiorenzuola - Fidenza

Dag 65 was eindelijk de allerlaatste dag in de Povlakte. 

Tien dagen lang stapte ik in deze immense vlakte. Ik leerde er meer over de rijstcultuur,  werd er verrast door kleine pareltjes van kunststeden als Pavia en Piacenza met als uitsmijter Certosa de Pavia, werd er gecharmeerd door de vriendelijkheid en behulpzaamheid van een steeds groter wordende groep van gepensioneerden die er alles aandeed om de bewegwijzering en de ontvangst in de vele ostello's/oratorio's zo optimaal te maken voor de stapper, en ontmoette er een aantal bijzondere mensen zoals Renato, Gaby er Bernard.

Als geweldige afsluiter van deze periode werd ik op de koop toe uitgenodigd, eerst voor een koffie, daarna voor een pastaluncke.
Gastheer van dienst was ene Massimo die in de stilte van de velden rond Fidenza een gezellig boerderijke huurde. Massimo was leraar geschiedenis, Italiaans en politieke wetenschappen in een middenschool. De volgende dag zouden de lessen voor hem starten en op het moment dat ik zijn thuis voorbij stapte legde hij de laatste hand aan zijn voorbereiding van de eerste schooldag. Het moment om een eenzame pelgrim uit te nodigen moet hij gedacht hebben en zo geschiedde. 
Massimo was een bijzonder rustige, vooral luisterende man. Ik schat dat hij rond de 50 was, vader van een zoon die aan het studeren was aan de universiteit, en levenspartner in een latrelatie met Claudia. 
Hij droeg een retro trainingsvestje van de jaren 70 met de naam van Cruyf erop. Op het tafeltje spotte ik een een mousepat met de afbeelding van Nijntje, (Miffy in Italie) met een molen op de achtergrond en tulpen op het voorplan.. Een cadeau van zijn Claudia omdat hij zoveel van Nederland hield.  En vooral dan van de Texel-eilanden. 
Met het schaamrood op zijn lippen gaf hij toe dat hij alleen maar door Belgie gepasseerd was op weg naar onze noorderburen.
Meer dan 2 uur lunchten we samen en praatten we in een combinatie van Frans en Italiaans over de Italiaanse politiek, de politieke situatie in ons land (was redelijk op de hoogte), de maffia en de producten die maffia-vrij zijn in de free-trade winkels, het voetbal en Inter waar hij grote fan van was, en vogels want samen met behulp van een meertalig ornitologisch naslagwerk probeerden we te achterhalen welke vogel mij in het Noorden van Frankrijk vergezeld had. 
De beschrijving van de veldleeuwerik kwam het dichts bij mijn waarnemingen en bevestigde meteen de eerdere suggesties van Dirk V en onze papa. 
Wat een toffe kerel. Met een stevige knuffel namen we afscheid  en beloofden we elkaar op te zoeken indien we in de toekomst in elkaar's buurt zouden zijn. 

In Fidenza die avond ontdekte ik ook de plaats waar Pizzahut zijn inspiratie vandaan haalde voor zijn deeppanpizza. Niet alleen genoot ik er van een overheerlijk copieus stuk Pizza en een lekkere frisse pint maar ook van de muziek van Radio Capital die op den Tv te zien was. 
Bij deze de playlist van de avond : 
The blues brothers , Prince : She wore a rasberry baret,  Stephanie Mills rondhuppelend in het bos :  I never knew love like this before,  Michael Jackson : off the wall,  Patrick Juvet :  I love America,  Abba :  Dancing  Queen,  Daryl Hall and Johan Oates : I can go for that,  kinky Duran Dura : Planet Earth....

I do admit : I love disco and funk ...

Dag 64 : Montale - Fiorenzuola

Dag 64 Montale - Fiorenzuola 

In de morgen van dag 64 namen we definitief afscheid van Mario die in Piacenza de trein nam naar Lucca. Vanuit Lucca zou hij nog een aantal dagen stappen naar Siena om vervolgens op zoek te gaan naar de juiste vrouw in Oost Europa.
Mario was een iet wat bijzondere kerel. Niet alleen zijn mirakel verhaal droeg bij tot mijn perceptie van de man, ook zijn constante opmerkingen over de omgeving, het eten, Italie : te koud, te warm, te saai, te lelijk, te dit, te dat... Bovendien was er wel altijd iets medisch aan de hand met de man die ongelukkig genoeg ook nog eens als een astma patient door het leven ging, wat we meermaals mochten ervaren tijdens de nachten dat we samen in een gemeenschappelijke ruimte sliepen. Na drie weken Italie was het voor hem nog altijd moeilijk om het systeem van primi en secondi piatti te begrijpen en bestelde hij nog steeds een vino tinto, het weinige Spaans dat hij had overgehouden van zijn camino een tweetal jaar geleden, in plaats een vino rosso,  waarbij de ober of dienster dan telkens zijn/haar wenkbrauwen fronste en vroeg che ?
Anderzijds was hij goedlachs en wist hij zichzelf wel altijd te relativeren waardoor hij toch iets van el simpatico had. Ik hoop dat de nabije toekomst en het lot hem een fantastische vrouw zullen brengen zodat hij op zijn pensioengerechtigde leeftijd toch de nodige gemoedsrust mag terugvinden. 

Bernard, Gaby en ikzelf vertrokken vervolgens naar Fiorenzuola. Voor het eerst in lange tijd hingen er dreigende wolken boven onze hoofden. Na 1,5 maand van zonneschijn op enkele regendruppeltjes na was het dan zo ver : een lange regenbui van jewelste begeleidde ons de ganse namiddag. We kwamen dan ook kliedernat toe op onze bestemming waar we getuigen waren van een trouw aan de duomo van Fiorenzuola.  Dan woon je op een plaats waar de zon 300 dagen per jaar schijnt, en dan regent het toch wel zeker op je trouwdag. 

Bij deze is een uiting van enorm diep respect voor die pelgrims die begin dit jaar in de druilerige lente die we gekend hebben gestapt hebben, niet ongepast. Dagen na elkaar door de regen je weg zoeken, geen enkel kledingsstuk dat droog kan aangetrokken worden in de morgen, geen straaltje zon om je aan op te warmen, ... Wat een ellende van een energiekiller moet dit geweest zijn. En toch zijn er mensen die het hele traject gestapt hebben. Chapeau en een diepe buiging !!

In Fiorenzuola hadden Gaby, Bernard en ik ook ons laatste avondmaal samen. Ik denk dat er iets tussen die twee aan het groeien was en bijgevolg wouden ze een tijdje met hun tweetjes ervan door. Love was in the air....een taxi pikte hen de volgende dag op en bracht hen een goede 15km verder op de Via.
Ik kan me inbeelden dat ik zowel Gaby als Bernard nog zal terugzien, indien niet op de Via dan zeker op onze verdere levensweg. Onderlinge uitnodigingen werden alvast mondeling gemaakt. 

Bernard had trouwens nog een prachtig verhaal in petto over zijn stemgedrag. Al jaren stemt hij ongeldig omdat het zijn overtuiging is dat zijn stem toch geen verschil maakt. Een discussie op zich waard maar niet met een 65-jarige die toch niet van gedacht te veranderen is. Hij heeft echter wel een heel originele manier om ongeldig te stemmen : hij houdt namelijk een logboek bij van politieke blunders en niet waargemaakte beloftes en op de dag dat hij als Frans staatsburger zijn recht van stemmen uitoefent, dropt hij zijn logboekje in de stembus. 
In Italie zou hij alleen al met al die Berlusconi toestanden zijn logboekje niet kwijt kunnen in de stembus... 
Wat een toestanden hier. En ik vrees dat de Italianen en een bepaalde politieke klasse nog steeds niet echt begrepen hebben in welke merde ze zitten. Als dit maar goed afloopt...









dinsdag 17 september 2013

Dag 63 : Calendasco - Piacenza

Dag 63 Calendasco - Montale (Piacenza)

Het traject Calendasco - Montale ((Piacenza) liep hoofdzakelijk langs drukke wegen. Bovendien was het een zaterdag en zo wat iedereen zat in zijn of haar auto op weg naar de stad, het winkelcentrum, het tuinbouwcenter of de doe het zelver....
Het was dus werkelijk oppassen geblazen te meer voetpaden quasi ontbestaanbaar waren en de Italiaanse mobilisten niet bepaald gekend zijn voor hun hoffelijkheid in het verkeer. 
Piacenza was dan weer de moeite waard om halt te houden en te bezoeken. Maar eerst naar mijn slaapplaats zo'n 6 km buiten de stad zodat ik me kon bevrijden van de rugzak. 
Eenmaal gedoucht en klaar om te vertrekken van Montale naar Piacenza botste ik weer op het drietallige gezelschap dat zich meteen bekloeg over de vervelende en gevaarlijke weg. Om de laatste 10 km te vermijden hadden ze dan maar een taxi genomen naar de Sint Pieterskerk van Montale, onze slaapplaats.

Beste lezer, ik zweer plechtig dat ik nog geen meter in een taxi gezeten heb.  En geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt om ook maar 1 meter van mijn traject in te korten door gebruik te maken van een motorisch voertuig, fiets of trottinette... I want to do it all the way by foot. Maar ieder zijn camino natuurlijk en dus ook verder geen waarde oordeel  over de demarche van het olijke trio.
We spraken af om elkaar later in de namiddag te ontmoeten in Piacenza.

En zo belandden we die avond op een terras aan de Romaanse kathedraal  van Piacenza voor het avondmaal. Bijzonder fraaie kathedraal, gebouwd in drie lagen. Het onderste stuk uit lichte roze marmer, het middenste stuk uit zandsteen en de toren uit kleisteen (brikken) met helemaal een stralende engel uit koper om het geheel naar de hemel toe te accentueren.

Bernard (de 65-jarige Fransman) die de avonden voordien al verteld had over zijn avontuurlijke reizen vooral dan  in de bergen (Mont Blanc, Kilimanjaro, Aconcagua,... ) ging verder op dit elan met het onwaarschijnlijke verhaal dat hem overkomen was in November 2012.

3 jaar had hij op een wachtlijst gestaan en een slordige 8000 euro had de man veil om met een boot vol  wetenschappers af te varen naar een arichipel in het Zuiden van de Indische oceaan. 
Zijn bestemming : Ile de Crozet, Ile Kerguelen, Ile de St Paul en Ile d'Amsterdam, 4 vulkanisache eilanden die deel uitmaken van de Franse Zuidelijke en Antartictische gebieden. Zeer onherbergzaam gebied zonder vliegveld of haven maar een paradijs voor de natuurliefhebber die Bernard is. Hij vertelde ons met de uitbundigheid van een kind en met de lichtjes in zijn ogen dat hij zeeolifanten, albatrossen, koningspinguins, en zoveel meer natuurschoon had gezien.
Deze avontuurlijke reis had nochtans heel anders kunnen aflopen. Op 16 november 2012 op het moment dat Bernard een foto aan het nemen was, botste de boot Marion Dufresne (zie internet om alles te weten te komen over het accident) tegen een rotswand. Bij deze botsing maakte de boot een bijzonder grote schommelende beweging en Bernard viel ei zo na van het schip.. Zijn stem stokte, en even kreeg hij moeilijk om zijn verhaal verder af te maken, maar dan hervatte hij terug zij verhaal met zijn typische lachje en zijn kinderlijke uitbundigheid.
Op een of andere manier deed deze man mij denken aan onze Hegge. Dezelfde toppen, dezelfde iet wat ongecontroleerde uitbundigheid, een en al positivisme en een vat vol plannen voor de toekomst.

Het duurde enkele weken vooraleer hij geevacueerd werd. In die periode woonde en leefde hij met meer dan 125 personen op een basis van wetenschappers waar er normaal plaats was voor 25 personen. In Kaapstad, Zuid-Afrika verbleef hij vervolgens in een 5 sterrenhotel alvorens terug te keren met Air France naar Parijs.
En zijn 8000 euro werden achteraf terug betaald...

Dag 61-62 : Pavia - Calendasco

Dag 61 - 62 Pavia - Calendasco
Stop : Santa Christina

Op dag 61 ging ik terug mijn eigen weg. Ik nam afscheid van de drie anderen  (Mario, Bernard, en Gaby) na onze eerste stop van de dag waar we samen nog een drankje nuttigden.
In Frankrijk waar het kon was het drankje van de voormiddagse stop een Schweppes Agrum. In Italie was dit echter niet verkrijgbaar en vond ik mijn lessen van de dorst niet alleen in het water van mijn drinkbus maar ook in una acqua tonica.

Het landschap waarin ik wandelde was niet bepaald mooi te noemen. Nog steeds in de vlakte van de Po, weliswaar met minder rijstvelden, begon ik het allemaal een beetje eentonig te vinden. In de wetenschap dat vijf stapdagen me nog scheidden van de Apenijnen was het toch de boodschap om me mentaal niet te laten leiden door deze eentoningheid.

Bij aankomst in Santa Christina werd ik vriendelijk ontvangen in het plaatselijke oratorium. Er was slechts 1 bed beschikbaar voor een pelgrim, dus het was goed dat  ik op voorhand een reservatie gemaakt had. Het was er bijzonder basic en de douche spoot enkel koud water maar ik had een dak boven mijn hoofd. Voor het eerst in drie nachten sliep ik terug alleen in een kamer en dit stukje privacy deed me wel goed. Ik zou ook als een steen in slaap vallen.

Voor het slapen gaan en na het avondeten, in de plaatselijke Pizzeria gerund door Chinezen (moet wel zeggen dat de Pizza bijzonder lekker was) botste ik onverwacht -vermits deze plaats gesloten was na 18u- op twee kaartende mannen in het oratorium. De naam van het spel ontsnapt me, maar het wordt ook bij ons gespeeld. En de kaarten zelf waren van carta mundi uit de parel van de Kempen : Turnhout.
Titio en Aldo, de twee kaarters, waren zo vriendelijk om een slaapmutsje aan aan te bieden onder de vorm van een limoncello. En met gaarnte nam ik het drankje aan, genoot ik van de interactie tussen deze twee gepensioneerde dikke boezemvrienden, en maakte ik me vervolgens op voor een goede nacht van rust.

Op dag 62 werd een 4-tal gepermitteerde kms afgelegd per boot. Ook Sigeric de Serieuze zou de Po hebben overgestoken per boot, dus alle andere pelgrims na hem dus ook. Veerman van dienst was een zekere Stefano die ik een dag voordien informeerde over mijn komst en die me voor een goede 10 euro naar de andere kant van de Po bracht. 
Hiermee liet ik de regio Lombardije achter me en zette ik voet aan wal in de regio Emilia Romagna, in de provincie Piacenza.

Stefano zorgde niet alleen voor de veerdienst, hij hield ook de statistieken over de veerdienst bij sedert 1998 en zo leerde ik dat op 12 september 1998 de Nederlander Henk Kroon de eerste was om gebruik te maken van zijn diensten. Tussen haakjes : in die periode was er nog geen enkele bewegwijzering.

Andere interessante weetjes : 
Totaal aantal overgezette pilgrims in 
2008 : 263
2009 : 338
2010 : 317
2011 : 350
2012 : 533
2013 : ik schreef me in als 389 ste in 2013

Percentage dat het ganse traject doet in een keer is niet groter dan 5%. Met andere woorden tussen de 20 a 30 mensen per jaar. En ik ben er daar eentje van. Dit besef gaf me een kortstondige opstoot van fierheid.
Kortstondig omdat ik me meteen ook realiseerde dat ik nog een goede 700km moest afleggen. En niettegenstaande ik inmiddels er 1350 had afgelegd, veranderde dit niets aan het feit dat het nog een heel end was.


Dag 60 : Gropello - Pavia

Dag 60 : Gropello - Pavia

Het was een prachtige korte wandeling van Gropello naar Pavia . We stapten via het Parco Ticino en de oevers van dito rivier naar de vroegere hoofdstad van Lombardije. De meeste rijstvelden lagen inmiddels achter de rug.

In Ivrea kreeg ik een smsje van mijn liefste met het voorstel naar Certosa (klooster) de Pavia te gaan. Dit klooster gelegen op een goede 12 km van Pavia was perfect te bereiken met de trein. Vermits de andere drie niet dadelijk geintresseerd waren vertrok ik op mijn eentje. De afwezigen hebben ongelijk, en ook nu was deze boutade echt wel van toepassing. 

Wat ik te zien kreeg was enig. Dit klooster werd in opdracht van de Visconti familie uit Milaan gebouwd in de periode 1396 en 1495 en combineert Gotische en Renaissance stijlelementen. Het is een van de grootste mannenkloosters van Italie. Aanvankelijk werd het klooster bevolkt door de orde van de Kartuizers, een contemplatieve orde die uit kluizenaars bestond maar die toch in gemeenschap wou leven. 
Iedere kluizenaar had een klein huisje voor zichzelf, netjes naast elkaar in de vorm van het vierkant van het klooster.
Contractueel was de Visconti familie met de Kartuizers overeengekomen dat een deel van de opbrengsten van het land, gelegen rondom het klooster moest geherinvesteerd worden in het klooster zelf.
Op deze manier kwam het klooster in het bezit van een grote collectie kunst gaande van de 15de tot de 18de eeuw. En dat was er aan te zien. 

Na mijn leerijke en culturele uitstap naar Certosa, trof ik de andere drie pelgrims in het Ostello van Pavia waar we zouden overnachten. Eenmaal betaald, de documenten ingevuld en de timbro (stempel) in onze credentiali, vertrokken we naar het resto waar een menu peligrino ons voor 10 euro werd aangeboden. 

Aan de tafel naast de onze was een tiental Italianen de verjaardag aan het vieren van een goede vriend. Al gauw geraakten we in kontakt met hen en waren ze bijzonder geinteresseerd in onze verhalen. En nadat onze Canadees dan ook nog eens een verjaardagslied in onverstaanbaar Quebecqois begon te zingen werden we getrakteerd op een dessert en asti spumanti. 

Leuke avond, prettig gezelschap, buikske vol en dit na een mooie korte wandeling en een cultureel uitstapke naar Certosa de Pavia. 

By the way : Pavia op zich is eveneens een bezoek waard !


vrijdag 13 september 2013

Dag 59 : Mortara - Gropello Cairoli

Dag 59 : Mortara - Gropello Cairoli

De Via Francigena in de Po-regio is echt wel bekend bij de bevolking. De ene uit dit door de pelgrim ' buona caminata ' toe te roepen, de andere door vanuit zijn auto vriendelijk de hand op te steken of lichtjes te toeteren. Er zijn ook andere, iets extremere vormen van begroeting : een goede twee uren na Mortara, werden we verwelkomd door Romeo op een fiets in de kleuren van de Italiaanse vlag en met verschillende rood-witte Francigena stickers erop gekleefd.
Romeo zorgde voor de wegbewijzering in de buurt van zijn gemeente en tevens verwelkomde hij iedere plegrim in hoogst eigen persoon bij het binnenstappen van de gemeente om iedere arrivant te begeleiden naar een lokaal waar men de dorst kon lessen met lekker gekoelde drankjes. Om vervolgens de pelgrim terug uitgeleide te doen en hem op het juiste pad te brengen. 

Ergens in Zwitserland was ik een Engels koppel tegen het lijf gelopen dat me gewaarschuwd had voor de gevaren van de Po-Vlakte waarmee ze bedoelde Roemeense prostituees, hun pooiers en dieven. Deze info hadden ze ontvangen van twee Engelsen die eerder de Francigena hadden gedaan.  Een affiche ter info van de pelgrim in het lokaal van Romeo leek dit te bevestigen. Het betrof echter de recente melding van een enkel geval van een diefstal van een I-Phone. 

Ik weet niet waar die Engelsen het grote gevaar zijn tegengekomen maar zeker niet op de Via. De enige prostituee die ik tegen kwam was een goede 3 km voor het einde van dag 59 en veel interesse in een bezweette (bezwete) pelgrim met baard had ze niet bepaald. 
Dat er gevogeld werd in de struiken was wel een feit zoals bleek uit de vele zilverkleurige durex verpakkingen en de lege plastic tempo pakjes die op de grond her en der aan het begin van enkele landwegen die uitgaven op een strada statale terug te vinden waren. 
Maar het vogelen moet bij zonsondergang gebeuren want het was er bijzonder stil...

In Gropello sliep ik op de zolder van een parochiehuis dat was ingericht als basic flat voor de pelgrim. 
Ik trof Bernard, Mario en Gaby in het enige albergo/hotel dat het dorp telde voor het avondmaal. Zij hadden hun tent immers opgeslagen in het hotel met de formule van half pension.
In het hotel werd ik op een overdreven, ongemakkelijke manier verwelkomd door het zwarte schaap van de familie -zo zou later blijken- nadat de man mij herkend had als de pelgrim die hem eerder die dag bij mijn aankomst in Groppelo vriendelijk begroet had. Men zou er aan denken om niet langer met een normale  Buongiorno de mensen te begroeten. Man, man,...

Zijn oudste broer die de zaak van zijn ouders had overgenomen stond als kok in de keuken. Het moet gezegd, we aten er lekker maar wat volgde na het eten toen onze al even merkwaardige Canadees foto's begon te nemen van de hele familie en hierdoor den oudste van achter de potten en pannen haalde, was een monoloog van diezelfde oudste die Cicero zou benijden,  tegen de Italiaanse politieke klasse, over de uitzichtloze economische situatie van het land, de bende ambtenaren -waar zijn vrouw deel van uitmaakte- die geen klop deden, de zelfgenoegzaamheid van de jeugd die geen ambitie heeft etc......
Zelf had hij nagelaten om te investeren in zijn zaak en dat was ook te zien aan het aantal gasten, maar wijselijk hield ik mijn bek.
Het was duidelijk dat zijn tikker over de 160 ging, zijn bloeddruk expontentieel steeg, en zijn attitude naar vrouw en vooral het zwarte schaap van de familie beneden alle peil was. Deze laatste liep er dan ook beteuterd en gelaten bij. Het was duidelijk dat hij gebukt ging onder de tirannie van zijn broer. 
Misschein was het hierdoor dat het zwarte schaap jegens andere mensen overcompenseerde in zijn gedrag, in zijn begroeting....

De dag die in majeur startte met de immer blije Romeo en zijn zorg voor de pelgrim, eindigide in mineur met een nietsontziende en verbitterde kok en zijn geteisterde familie. Een beetje overdreven misschien, maar toch...
De komende dagen zou ik me nog de vraag stellen waarom den oudste zo hard deed tegen zijn naasten.. Mogelijks was hij zelf het slachtoffer van een vaderfiguur die hem kleineerde of...misschien gingen de zaken  gewoon slecht en stonden er Chinezen op de stoep om de zaak over te nemen. Wie weet... 
 





Dag 58 : Vercdlli - Mortara

Dag 58 : Vercelli - Mortara

De Cisterciƫnzermonniken van het Lucedioklooster in de buurt van het plaatsje Trino (Piƫmonte) ontdekten dat in de Povlakte de juiste omstandigheden voor de rijstbouw aanwezig waren. Rond 1400 introduceerden zij hier de rijstbouw.
In de negentiende eeuw werden in de Povlakte enorme rijstvelden aangelegd. Veel van deze rijstvelden werden bevloeid met water uit de Alpen dat via daarvoor aangelegde kanalen, zoals het Cavourkanaal werd aangevoerd.
In de twintigste eeuw zorgden betere productiemethoden en de mechanisatie van de landbouw voor een gestage groei van de rijstteelt, in die mate dat Italie de grootste producent van rijst werd (is) in Europa.

Er stond 34 km rijstvelden op het programma op dag 58. Ik hoopte voor de grote verkeersdrukte Vercelli te verlaten vermits de eerste kms op de strada statale richting Mortara als gevaarlijk aangekondigd waren zeker nu er werken waren. Er heerste echter al een aardige drukte met het nodige lawaai van ronkende motoren en toeterende automobilisten.  Na een goed uur stappen was ik dan toch in veiligere oorden geraakt. De geluiden van de natuur namen snel die van de mens over en de innerlijke rust keerde terug.

Het was duidelijk dat de herfst in aantocht was. De eerste bomen die zich ontdeden van hun bladeren waren de populieren. Dikke vette fazanten quasi klaar voor de jacht liepen bij elke ontmoeting minstens honderd meter voor me uit, in de hoop dat ik zou stoppen met stappen en dat het voor hen niet nodig was om de vleugels te strekken. Domme beesten die wanneer ze me dan toch te laat observeerden, plotseling uit het hoge gras onbeduusd wegvlogen en me telkens enorm deden schrikken. Domme beesten. 
De regen van de voorbije nacht had de wazige luchtvochtigheid weggespoeld en vanuit de Povlakte kreeg je hierdoor mooie vergezichten. Zo kon ik zien hoe het Monte Rosa bergmassief (Monte Rosa = 4634 meter hoog) bedekt met verse sneeuw trots haar schoonheid toonde in de opkomende zon. In het zuiden kon je de contouren zien van de Apenijnen die 7 dagen verder in wandelafstand gelegen waren. 

Na een goede 20 km bereikte ik Robbio waar ik mijn middagbreak nam. Eenzelfde fenomeen van Chinezen die de lokale bar hadden overgenomen deed zich ook in dit dorp voor. In Robbio waren het echter twee meiden, max 20 jaar, die de zaak runden. In tegenstelling tot de familie in San Germano wisten deze meiden wel van aanpakken richting de Italiaanse mannen die er met trossen op het terras te vinden waren. Echter het maken van een panini was net te hoog gegrepen. 

De resterende 14 km in de namiddag werden in een zengende hitte afgelegd. Ik was dan ook blij dat ik kon aanbellen in de abdij van Mortara. Door de passages van Napoleon en eerder door de Oostenrijkse Jozef II was er niet veel overgebleven van de abdij. Enkel de kerk stond nog overeind en een groot bijgebouw aan de kerk. Monniken waren er in geen decades, eeuwen meer te bespeuren. 
Het bijgebouw werd aan de ene kant bewoond door een concierge en haar echtgenoot en aan de andere kant was er een grote ruimte waar pelgrims terecht konden. In die ruimte trof ik drie andere reeds bekende stappers : Mario uit Canado, Bernard uit Parijs en Gabrialla uit Duitsland. 

Het was een fijn weerzien met Gabriella en een nadere kennismaking met Bernard die eigenlijk priester had willen worden maar hiervan weerhouden werd door zijn bloedeigen moeder en anderzijds Mario die nog midden in het verwerkingsproces zat van zijn echtscheiding.
Samen nuttigden we de avondmaaltijd die door de concierge ter plaatse werd klaargemaakt. De fijne babbel aan tafel kreeg een wending toen de Canadees in het Canadees Frans -niet te begrijpen hoe je dit uit je strot krijgt- plots out of the blue vroeg of er al iemand een mirakel was overkomen.

Het was duidelijk dat de vraag gesteld werd om zelf het antwoord te mogen geven... En zo vernamen we dan ongevraagd op welke manier een priester die lange tijd in de Domenikaanse Republiek had gewerkt, tijdens een misviering in, naar ik vermoed, het moeilijk verstaanbaar Canadees Frans (God is not only a DJ, he's also a Polyglot) er voor gezorgd had dat zijn rugpijn die hem al meerdere jaren teisterde plotseling verdween. Het greep hem enkele jaren later na de feiten nog zichtbaar aan. Het was ook zijn reden om te gaan Pelgrimmen naar Compostela een tweetal jaren geleden.... Persoonlijk blijf ik het moeilijk vinden met dergelijke verhalen. Ongelovige Gertrudus. 

Ook Bernard en Gaby waren niet aan hun proefstuk toe wat betreft het wandelend rondtrekken. Vooral Bernard had een trekkers-CV om u tegen te zeggen.  Op 73-jarige leeftijd was hij nu bezig aan zijn zoveelste tocht die hem van Aosta naar Rome bracht en hij had nog vele andere plannen...

Tot de ochtend van dag 61 zou ik in het gezelschap van dit drietal stappen...





woensdag 11 september 2013

Aangepaste planning tot Lucca

Verdere planning tot Lucca (26/9/2013)

M 9/9 Vercelli -  Mortara Ricefields 34k
D 10/9 Mortara - Garlasco Ricefields 24k 
W 11/9 Garlasco - Pavia Ricefields 26k 
12/9 Pavia - Santa Cristina Ricefields 27k 
13/9 Santa Christina - Calandasco Ricefields 26k (waarvan 4 met ferry)
14/9 Calandasco - Montale  Ricefields (na Piacenza is het gedaan met de rijstvelden) 19k
15/9 Montale - Fiorenzuola 27k
16/9 Fiorenzuola - Fidenza 22k (Appenijnen beginnen)
17/9 Fidenza - Medesano 23k
W 18/9 Modezano - Svizano 19k
19/9 Svizano - Berceto 23k
20/9 Berceto - Pontremoli 28k
21/9 Pontremoli -Fornoli 26k
22/9 Fornoli - Sarzana 23k
23/9 Sarzana -Massa 20 k
24/9 Massa - Pietrasanta 22k
W 25/9 Pietrasanta - Lucca 32k
26/9 Rust Lucca 



Dag 56-57 : San Germano Vercellese - Vercelli

Dag 56 San Germano Vercellese - Vercelli
Dag 57 Vercelli (Imperia Liguria)

Dag 56 viel op 7 september. 13 jaren geleden werd op die dag Emma geboren en maakte van me meteen de gelukkigste papa van heel de wereld en omstreken. 
Mijn beperkte bijdrage in het welslagen van haar verjaardag bestond uit een kaartje eerder in de week op de bus gedaan in Nus, een Smsje met gelukwensen in de morgen en een geplande skype sessie op dag 57. 
Ik troostte me met de gedachte dat haar vriendin Chelsey zou blijven slapen en dat de ontelbare gesprekken over One Direction het gemis van haar papa op de achtergrond zou schuiven. ( in de veronderstelling dat de mannelijke helft van het ouderpaar uberhaupt gemist werd).
Sorry schat, maar volgend jaar ben ik er zeker weer bij !

Op dag 54 had ik een telefoontje gekregen van Gianni met de vraag of dat hij en Nana nog een dagje konden meestappen en zo ontstond het idee om vanuit San Germano Vercellese naar Vercelli te pelgrimmen en daarna naar Imperia - - plaats waar hij woont in Liguria- te rijden met de auto zodat ik mijn rustdag gepland op dag 57 wederom kon doorbrengen in een huiselijkse sfeer a la dag 34.

Ik zou Gianni opwachten aan de bar tegenover de kerk van San Germano waar ik onze 83 jarige vriend van de dag voordien ontmoette in het gezelschap van 3 andere, moeilijk verstaanbare grompotten. Het was duidelijk dat naast de heerlijke koffie, de boezem  en andere wel geaccentueerde rondingen van  de eigenares van de bar zorgden voor de nodige passage en in grote mate de omzet van deze drankgelegenheid.  Het besef van haar sensualiteit voor 65+ zorgde ervoor dat ze het spel heel goed meespeelde. Alleen maar lachende gezichten, en puberale uitwisselingen zowel verbaal als non verbaal over la donna eenmaal terug achter de toog. 

Vercelli lag op een goede 20 km van San Germano. Vermits Gianni omstreeks 9u30 gerarriveerd was en de hitte van de zon al goed voelbaar was wou ik er niet bepaald een lange wandeling van maken. Met stevige tred dus in quasi een ruk naar de hoofdstad van de rijst Vercelli. 

Dag 56 betekende het defintieve afscheid van Renato die ik voor het eerst in Ivrea had ontmoet. Gedurende drie dagen hadden we bepaalde stukken samen gestapt en in Roppolo hadden we bovendien een bijzonder fijne avond beleefd  in de Villa Emilia. Telkens wanneer ik Renato (terug) ontmoette onderweg -ieder zijn eigen tempo-, groette hij me uitbundig en riep behoorlijk luid 'Antonio come va ?'. Een rustige en aimabele man voor de rest. In Vercelli nam hij de trein terug richting Venetie waar zijn vrouw op hem wachtte, de gelukzak.
Op dag. 56  was er niet alleen het afscheid van Renato maar ook de ontmoeting met twee andere trekkers : Mario van Canada en Bernard uit Parijs. Het was duidelijk dat we niet alleen in een rijstzone zaten,  het leek er ook op dat de probaliteit van een ontmoeting met een andere pelgrim aan het stijgen was.

Een ander beeld dat ik zal onthouden van dag 56 en bij uitbreiding alle dagen waar er rijstvelden en dus kikkers te bespeuren vielen, waren de kikkervissers. Meestal met de fiets, gewapend met een vislijn met kikkerdraad zo dik als een waslijn en aan het uiteinde een kleurig plastic buisje. Om hun nek hing er doorgaans een stoffen zak waaruit de gevangen kikkers zichtbaar probeerden te ontsnappen. 

Rond 14u30 arriveerden Nana, Gianni en ikzelf redelijk vermoeid door de stevige tred en de warme temperaturen van 33C in Vercelli. Samen nuttigden we een pannini, en alvorens de trein te nemen terug naar Germano versierden we nog een bijzondere lekkere ijs. No other people that know how to make Icecream!
Wat meer dan 4 uren duurde om te voet te overbruggen, r kostte slechts 10 minuten met de trein. Een mens mag er niet te lang bij stil staan. Blijven stappen zou ik zeggen.

's Avonds aten we in het gezelschap van Gianni's zuster, schoonbroer en nichtje op het terras des huizes met uitzicht op de Middellandse Zee. Even was ik weggerukt van mijn camino en een gevoel van ontheemding van het nomaden leven (over een contradictie in terminis gesproken) overviel me.

Op dag 57 werd voornamelijk gerust en werden tevens wat praktische zaken geregeld  : laat opstaan, de kleren nog eens goed wassen, mijn planning herzien (zie later) en eventuele slaapplaatsen al vast leggen, een skypeke met Emma, wat bijpraten met Gianni,  een beetje eten, de voetjes goed  soigneren... En voordat we het goed en wel beseften was het 17u geworden en werd ik opgepikt door de schoonbroer en zus van Gianni die na een weekendje de "Kust" terugkeerden naar Turijn waar hun vaste woonplaats is. 
Vanuit Turijn zette ik mijn reis naar Vercelli met de trein verder. Maar vooraleer op de trein te springen gaf ik nog mijn tent en slaapmatje mee aan de schoonbroer van Gianni.

Werkend voor een internationale firma met een plant in Genk en een financieel center in Antwerpen, vertoeft de zwagervan Gianni vele malen per jaar in Belgie. Bij een van zijn volgende passages zou hij langs Zonhoven rijden en mijn spullen aldaar afzetten. 

Mijn tent en slaapmat  hebben goed gediend voornamelijk bij gebrek aan slaapgelegenheden in Frankrijk en in Zwitserland om de kosten te drukken. In Italie echter zijn er goede voorzieningen voor pelgrims die op de koop toe zeer economisch zijn qua prijs. Zo slapen we hier vaak voor max 5 euro's , hebben we een maaltijd bestaande uit de klassieke primi, secondi, dolce, cafe en drank voor 10 euro. Het ontbijt lukt vaak voor 3 euro. Onnodig dus om de kastijding van de moderne pelgrim verder te zetten.
Nu nog bekijken of ik me kan ontdoen van mijn vuurke en mijn panneke om te koken. 

Papa, mama, als er eerstdaags een Italiaan langskomt met een tent en een slaapmat : geef de man te eten en te drinken, behandel hem als een koning want mijn rugzakske is minstens 2,5 kg lichter !!!