Dag 50-53 : Gignod - Ivrea
Tussen dag 50 en 53 werden de volgende etappes afgelegd :
Dag 50 Gignod - Nus : 23 km
Dag 51 Nus - Saint Vincent : 19km
Dag 52 Saint Vincent - Hone : 26km
Dag 53 Hone - Ivrea : 29km
De dag starten in een bar met een Cappuccino en een verse croissant gevuld met Crema, Marmellate of Nutella.
Wat moet een mens nog meer ? Het spektakel van een niet aflatende stroom van komende en vertrekkende doorgaans ratellende Italianen krijg je er voor niks bij. Stupende ! De schoonheid van de chaos.
Ik nam me voor om zo vaak mogelijk mijn dagen in Italie te beginnen in een lokale bar.
Vanaf dag 49 tot een stuk van dag 53 stapte ik door de doorgaans bij ons ongekende Aosta-Vallei.
Ter verrijking van jullie geografische kennis :
De Aosta Vallei is ongeveer zo groot als een Belgische provincie. Het vormt een autonoom gebied in Italie en door zijn historische link met het huis van Savoie wordt er ook nog Frans gesproken door jong en oud.
In het noorden wordt Deze Valle d'Aoste van het Zwitserse Wallis (de vallei van de Rhône die we beklommen hadden) gescheiden door de Walliser Alpen. De Grote Sint-Bernhardpas leidt over deze bergketen naar Martigny. Andere passen over de Walliser Alpen zijn alleen te voet begaanbaar. De Walliser Alpen vormen hier een voor het verkeer ondoordringbare barrière tussen het Valle d'Aosta en Wallis.
In het noordwesten wordt Valle d'Aosta begrensd door het massief van de Mont Blanc, waarachter in Frankrijk de vallei van Chamonix ligt. Aosta is met Chamonix verbonden door de Mont Blanctunnel, die de E25 onder de Mont Blanc door leidt.
Ten zuiden en zuidwesten van Valle d'Aosta liggen de Grajische Alpen, waarover naar het westen de Kleine Sint-Bernhardpas naar Bourg-Saint-Maurice in het Savoyse Tarentaisedal voert. De zuidkant van Valle d'Aosta wordt gevormd door het massief van de Gran Paradiso.
Ik ging Oostwaarts richting Piemonte waarbij de bergtoppen iedere dag die ik stapte steeds kleiner werden. Het was een waar wandelparadijs op hoofdzakelijk steile rotsachtige paadjes die hun weg baanden langs kleine bijzonder vruchtbare perceeltjes waar dankzij een micro-klimaat appels, peren, perzikken, kiwi's, hapklare tomaten waarvan het vruchtvlees zo rood zag als watermeloen , kastanjes, noten, en nog zoveel meer lekkers welig groeiden. Kleine tuintjes van Eden werden als het ware aan elkaar geregen. Een mens kon daar alleen maar goed gezind van worden.
Die goedgezindheid moet een cameraploeg van een lokaal tv-station zijn opgevallen. Toen ze bovendien vernamen dat ik de Via Francigena van Canterbury naar Rome aan het afmalen was, kon de pret voor hen niet op gezien ze precies een documentaire aan het maken waren over de "weg van de Franken" Voor ik het wist stond ik voor de camera in het Frans uit te leggen dat ik een pelerin belge was etc...
Geen uur na het interview op weg naar de beroemdheid, ontmoette ik Gabriella, een Duitse vrouw die vervroegd op pensioen daags voordien vertrokken was vanuit Aosta richting Rome. Gabriella was lerares Engels en Sport geweest op een middenschool en wou met deze tocht haar nieuwe leven op een gepaste manier inzetten.
Quasi drie dagen stapten we samen. Als ik terugblik op de eerste dagen van mijn tocht en ik vergelijk dit met het gemak en vertrouwen waarmee ik thans iedere morgen aanzet, dan kan ik alleen maar vermoeden dat het haar goed moet gedaan hebben om die eerste dagen van haar tocht in het bijzijn van een ander te stappen. En zo helpen wij pelgrims elkaar. Thom en Elly deden het me voor in Zwitserland, remember.
Wat ook altijd geruststellend werkt, is een goede bewegwijzering. En die, beste lezer, in tegenstelling tot wat men zou verwachten is in Italie gewoon uitmuntend goed (tot dusver). Drie verschillende tekens geven aan welke weg er moet gevolgd worden. Ik heb zo het gevoel dat er drie verschillende organisaties tegen elkaar op (wie heeft de duidelijkste indicaties - doet me een beetje denken aan de twee vuurwerken van ZicheN-Zussen-Bolder) de weg naar Rome willen aangeven. Dit heeft voor gevolg dat soms iedere 100 meter ergens een teken terug te vinden is. Het zou een hele prestatie zijn om hier nog verkeerd te lopen.
Op een goede 15 km van Ivrea overkwam me het toppunt van logistieke ondersteuning tot dusver. Een aardige man, die blijkbaar deel uitmaakte van een van die drie organisaties (zie hierobven) sprak me in het Italiaans aan. Uit de prachtige klanken die de man produceerde kon ik distilleren of ik al een plaats had om te slapen in Ivrea, wat dus nog niet het geval was. Ik had nog niet het woord ' No' uitgesproken of hij belde naar de Ostello Canoa Club van Ivrea. Voor een kleine 15euro werd ik gehuisvest in een slaapzaal van 6 met ontbijt. Over service gesproken.
Diezelfde man verscheen die avond ook nog op de Canoa Club van Ivrea met :1. Een prachtige stempel voor mijn credentiale, 2. Een lijst van adressen van goedkope overnachtingsplaatsen voor Plegrims tot in Rome, 3 een pins met de afbeelding van Sigeric die ik meteen fier op de achterzijde van mijn rugzak bevestigde.
In Ivrea onmoette ik nog 3 andere Italiaanse Pelgrims : twee jonge gasten die in dertig dagen van de Col St Bernard Rome wouden bereiken (no way) en Renato uit Venetie die tot Vercelli stapte en dan terug zou keren naar thuis.
Ook Gabriella haalde de streep tot nog tot Ivrea. 5 pelgrims onder een dak, dat had ik nog niet meegemaakt.
Sedert dag 8 prijkte het dorp Amettes bovenaan de lijst van pelgrimsdorpen. Het heeft chance dat Ivrea een stad is want haar positie zou moeilijk houdbaar zijn geweest.
Hallo Geert,
BeantwoordenVerwijderenVandaag een les in aardrijkskunde !!
Bedenk volgende spreuk ; " fructu arbor cognoscitur ".
Groeten,
A&W.