zondag 20 oktober 2013

Uitnodigining wandeling 10 November 2013

Beste collega's, vrienden en familie,

Inmiddels ben ik weer een goede week thuis. De dagelijkse wandeltochten in de rust van de natuur en de onbezorgdheid van het pelgrimsleven hebben plaats gemaakt voor de geborgenheid en warmte van het alledaagse thuis met de nabijheid van iedereen die ik lief heb.

Via deze weg wil ik jullie, bloglezers, meestappers en supporters, hartelijk bedanken voor de enorme sympathie en steun, die ik voor, tijdens en na mijn tocht mocht ervaren. Telkens een aanmoediging van jullie me onderweg bereikte, werd het energietankske bijgevuld. En het is mede dankzij die aanmoedigingen dat mijn avontuur een onvergetelijke hoofdstuk werd in mijn levensverhaal.

Dikke, dikke, dikke merci. GRAZIE MILLE !!!

Voorts wil ik jullie laten weten dat ik op Zondag 10 November een stevige wandeling plan (een gedeelte van dag 3 van mijn tocht, vanaf de plaats waar ik drie maanden geleden afscheid nam van Emma tot Wissant te Frankrijk). Een uitnodiging voor deze wandeling zal ook per post gestuurd worden naar al diegene die aangaf een financiele bijdrage te willen leveren aan de vzw Colori di Laura.
Deze uitnodiging zal tevens de praktische info bevatten voor het overschrijven van het opgegeven bedrag.

Ik hoop alvast jullie op 10 November te zien. Er is niet weinig om bij te praten, niet ?

Lieve groet,

Pelgrim en Clochard
Geert
Vind ik leuk ·  · Bericht niet meer volgen · 2 seconden geleden

zondag 13 oktober 2013

Laatste verslagje

Dag 85-86 : Acquapendente - Viterbo
Tussenstop : Bolsena

In de ochtend van dag 86 namen Bernard en ik voor een laatste keer afscheid (nu zeker) op de Via. Het staat als een paal boven water dat ik deze bijzondere, ietwat eigenwijze man nog zal terugzien, in Parijs waar hij woont of in Gent waar hij altijd welkom is.
Bernard was ik voor het eerst tegengekomen in de rijstvelden  iet wat voor Vercelli. Onze eerste ontmoeting bestond uit niet meer dan een beleefd babbeltje. Niets deed vermoeden dat ik hem nog zou terugzien, en dat mede hij kleur gaf aan mijn tocht.
Twee dagen later, in Mortara,  zagen we elkaar voor een tweede keer.  In de resterende 5 weken zouden we een kleine 2 weken nog samenstappen. Bernard wou als jonge gast pastoor worden maar dat was buiten zijn moeder gerekend die dit geen goed idee vond.  En het was de moeder die de broek droeg thuis. Dan maar op 16-jarige leeftijd -2jaren vroeger dan normaal- naar de prep-school voor les grandes ecoles. Uiteindelijk kwam  Bernard in de goedbetalende IT sector terecht alwaar hij een interessante carriere opbouwde. In al die jaren bleef Bernard een verstokt vrijgezel. De reden voor het feit van zijn vrijgezel zijn was niet ver te zoeken gezien het lijstje aan crietria waaraan de vrouw moest voldoen.... Een van die criteria stipuleerde dat hij geen relatie kon hebben met een vrouw die rode wijn dronk. De reden hiervoor vond zijn oorsprong in een gebeurtenis uit zijn jeugd waarbij hij  in het dorp waar hij opgroeide, een lokale wijnboer met zijn voeten de druiven zag pletten en tegelijkertijd de boerin haar maandelijkse katoenen doeken zag wassen. Sedertdien heeft den Bernard een onwrikbare associatie gemaakt tussen rode wijn en de menstruatie van de vrouw waarvan hij trouwens vindt dat de Schepper de vrouw een grote oneer heeft aangedaan. Dus geen rode wijn voor vrouwen. Ook geen korte haren, .... Soit het lijstje was te lang om op te noemen en dus de verklaring voor het vrijgezel zijn. Wat niet betekende dat hij als Pastoor door het leven ging, integendeel zelfs. 

Dezelfde morgen nam ik ook afscheid van Albert, een 73jarige Duitser uit Essen. Het kontakt met Albert was minder intens, niettemin was het een warm afscheid. Een aantal daarvoor had Albert zich op een morgen niet zo goed gevoeld, een combinatie van lage bloeddruk en gebrek aan slaap. Omdat ik me een beetje om hem bekommerd had, was hij me bijzonder dankbaar. En dat liet hij dan ook merken bij het afscheid. Toch petje af voor de man die inmiddels ook al twee weken onderweg.

Op dag 86 op weg naar Viterbo stapte ik over een afstand van 2km langs een echte oude Romeinse Weg. De oude Via Cassia was een belangrijke Romeinse weg die Rome via Siena verbond met Firenze. Vandaar liep de weg door naar Lucca , waar ze aansloot op de via Aurelia. Mogelijk is ze genoemd naar de tirannendoder Gaius Cassius Longinus, of naar een iets latere republikeinse consul die eveneens Cassius Longinus heette.

.... Hier stoppen voorlopig mijn verslagen. Ben inmiddels goed en wel toegekomen in Rome. Ik hoop echt dat jullie het leuk vonden om een stukje met me mee te reizen. Nu kijk enorm uit om terug naar huis te gaan en zoals iedere goede pelgrim, clochard of vagabond het dient te doen : hij werpt zijn (volgens Vanessa stinkende) kledij  af, scheert zijn baard en neemt zijn rol in de maatschappij weer op.
Emma, here I come !,,m







Dag 83-84 : San Quirico d'Orcia - Acquqpendente

Dag 83-84 : San Quirico D'Orcia - Acquapendente
Tussenstop : Radicofani

Een goede 5 km na San Quirico d'Orcia stapte  ik het mondaine kuurplaatsje Bagno Vignoni met haar etherische sfeer en opstijgende waterdampen binnen. Het was nog te vroeg voor de sjieke gasten om wakker te zijn en trof het centrum met haar vijver -gebouwd door de Medici- waar het bronwater met temperaturen van vaak meer dan 50C in verzameld wordt,  desolaat aan. 
Zoals de vele pelgrims in Bagno Vignoni  in de Middeleeuwen hier halt hielden om te rusten, zo ook nam ik er een pauze, een kleine weliswaar. De tocht naar Radicofani was immers lang en door dunbevolkt gebied in de Orcia vallei. Een klein dorpje lag er tussen Radicofani en Bagno alwaar een bar gelegen was, en meer was er niet te vinden. 

Nog acht dagen en een goede 200km. In vergelijking met wat ik reeds had afgestapt leken de resterende kms een peulschil te zijn. Maar benen en geest waren moe. De laatste 8 km naar de top van de heuvel waar Radicofani gelegen was, waren dan ook sleep-en zwoegwerk.
Ik was doodop en hopelijk zou ik die nacht goed slapen ware het niet dat in onze kamer den Canadees besloten had alle Canadese bossen om te zagen. Het werd een lange nacht zonder veel slaap. 

In Acquqpendente, op dag 84, had ik gelukkig mijn eigen kamertje en kon dus goed bij slapen. Naast gezond eten, regelmatig en voldoende water drinken, is slaap onontbeerlijk om het iedere dag tot een goed einde te brengen. 
Dat laatste was soms wel wat moeilijk door een combinatie van snurkgedrag van collega-clochards (mogelijks staat hetzelfde geschreven in de dagboeken van de andere partij)  en de grote variatie aan hardheid van de matrassen waarop ik geslapen had, gaande van het matje op de grond in mijn tent tot een matras die dubbel plooide wanneer ik er in lag. Geloof me vrij, ik zal niet treuren als ik terug in mijn eigenste bedje kan liggen. 

In Het klooster van Acquapendente dat (voorlopig) nog gerund werd door twee nonnekes 
trof ik tevens een vijftal Fransen die me vriendelijk uitnodigde om samen het avondmaal te nuttigen. Zij zorgden voor het eten, ik kocht makkelijkerwijze een fleske rode wijn. 
De avond werd afsloten met het spelen van een gezelschapspel waarin le petit Belge zich niet onbetuigd liet.






Dag 81-82 : Siena -San Quirico d'Orcia

Dag 81-82 Siena - San Quirico d'Orcia
Tussenstop : Ponte d'Arbia

Dag 81 was voornamelijk een stevige wandeling door een heuvelachtige landschap van velden die allemaal bruinrood omgeakkerd waren. De wandelpaden lagen er ook behoorlijk zwaar bij door de regen van de afgelopen nacht. Er stond een stevige wind zodat ik voor het eerst een herfstgevoel had. De temperaturen van de andere kant waren dan weer niet te associeren met de temperaturen die wij in Belgie gewoon zijn rond deze tijd van het jaar. Nog steeds rond de 20C.  Ideaal stapweer dus.
En mijn vriend uit Noord Frankrijk was ook terug : de veldleeuwerik.

Op een zeker moment, in het laatste deel van de etappe werd mijn aandacht gevestigd op een hoge berg wiens vorm sterk geleek op een vulkaan. Vanuit het thuisfront werd ik geinformeerd dat dit Monte Amiate was, een uitgedoofde vulkaan -laatste eruptie was zo'n 180.000 jaar geleden- deeluitmakend van de Antiappennini, een aantal bergen dat losstaat van de Apennijnen in de 'laars' van Italië. De kegel rijst zo'n 600 meter uit boven het omliggende plateau en haalt een hoogte van 1732 meter, waarmee het na de Etna de hoogste vulkaan van Italië is. Monte Amiate zou de komende vijf dagen nadrukkelijk aanwezig zijn,

Voor het eerst ontmoette ik ook een Belgische clochard. Den Bart, van Schoten. Verpleger intensieve zorgen in het UZ te Antwerpen. Bart verzamelt overuren door te werken op Zondagen, door vele nachten te doen,  en door collega's te vervangen. Zo is hij in staat om 2a3 weken rond te trekken in de Lente en 2a3 weken in de Herfst. Op die manier is hij een tweetal jaar geleden vertrokken in Canterbury en hoopt hij ooit aan te komen in Brindisi om eventueel daarna de overzet te nemen naar ik weet niet goed waar, met de intentie Het Heilige Land te bereiken. Best wel een toffe gast voor een Antwerpenaar. (:-))
Bart deed me een beetje denken aan Peter, de Duitser, wat betreft zijn rugzak. Eveneens geladen als een ezel, kon je langs achteren kop, rug noch gat zien. Zijn rugzak woog misschien wel tussen de 18 en 20kg. Het gewicht op zijn rug vermeed echter niet dat hij, als positivo pur sang, vlot zijn babbeltje deed on the road, zodat ik schoon de kans zag om de mop van de krokodillen te vertellen...

Die avond at ik samen met 13 andere pelgrims, 8 Fransen, 2 Italiansen, 1 Canadees en zijn Poolse vriendin, en den Bart. Mario en Rosanna zorgden nog eens voor een lekkere rissoto, die zelfs bij de Fransen in de smaak viel. Nooit eerder had een van de Fransen (behalve Bernard) ooit een rissoto gegeten en ze stonden dan ook vol nieuwsgierigheid over de schouders van Mario heen mee te gluren. De Belgen verwierven eeuwige sympathie door de afwas te doen.

Het was lang geleden dat ik nog groot wild zag. In het Noorden van Frankrijk, vooral dan in de Champagne-Ardenne was het vaak gebeurd dat ik in de morgen een hertje of reetje spotte. In de morgen van dag 82 werden Bernard en ik getrakteerd op twee prachtige taferelen met jonge hertjes in de hoofdrol. De eerste ontmoeting met twee hertjes was het prachtigst, tegen het zonlicht in, aan de rand van een veld, hun warme adem telkens een wolkje vormend in de koudere ochtendlucht. Ze bleven een aantal tellen muisstil staan, met hun wasemende koppen heel aandachtig in onze richting om het dan meteen op de loop te zetten.
Het was de voorbode van meer schoonheid die dag. De regio ten Zuiden van Siena is immers uitgeroepen door de UNESCO als werelderfgoed. We stapten onder andere door de gemeente Montalcino. Wie Montalcino zegt of schrijft, zegt en schrijft dan ook meteen  Brunello wijn. De Brunello di Montalcino is een rode wijn die in 1967 de zevende wijn werd in Italië met de beschermde herkomstbenaming DOC en behoort tot de meest gewaardeerde Italiaanse wijnen.
De gebruikte druif, de Brunello druif, is een kloon van de in Italië (Chianti) veel gebruikte Sangiovesedruif. Bekende producenten van Brunello di Montalcino zijn onder meer Biondi Santi, Fuligni, Case Basse, Valdicava, Salvioni en Brunelli.
Op het moment dat ik door een van de wijngaarden stapte was men net aan het oogsten. En ook hier waren het geen mensenhanden die de oogst binnenhaalden maar machines speciaal ontwikkeld voor het oogsten van de druiven. 
 
San Quirico d'Orcia zal voor eeuwig in mijn geheugen gebeiteld zijn door de ontmoeting met Don Gianni. Don Gianni was de hoeder van de kerk, herder van zijn parochie. En de schaapjes hadden hem graag. Zowel jong als oud ondertekenden een petitie tegen zijn overplaatsing naar een andere gemeente. 2 op de 3 San Quiriconen maakte het de bisschop duidelijk : don't touch Don Gianni. Nooit eerder zag ik jong volk, zowel jongens als meisjes, zo uitbundig de pastor groeten, nooit eerder zag ik een pastor in short en gumpies (Nikes maar niet van den Aldi) zo gekscheren  met iedere parochiaan die hij ontmoette.  Ik schat dat hij achteraan in de dertig, vooraan in de veertig was.  Flamboyant, grappig, een beetje nonchalant. Hj presteerde het om te laat te zijn voor de eucharistievierg. Bovendien had hij de sleutel van de zijdeur van de Sacristie vergeten waardoor hij heel hard op de deur moest kloppen opdat een van de zusters aanwezig in de kerk hem zou horen en de deur zou opendoen. De misviering startte hierdoor met enkele minuten vertraging. Niettegenstaande zijn populariteit, was een enkeling komen opdagen voor zijn mis op deze doordeweekse dag. 
Markant figuur die Don Gianni.


maandag 7 oktober 2013

Dag 80 : Abbadia di Isola - Siena

Dag 80 Abbadia di Isola - Siena (7km  buiten)

Vanuit Abbadia di Isola was het een goede vijf kilometer stappen naar Monteriggioni. In de verte, hoog op een heuvel, prachtig mooi in het ochtendgloren konden we deze ommuurde Middeleeuwse stad zien.
Monteriggioni werd in de 13de eeuw gesticht als vestingsplaats door de stad Siena als bescherming tegen de stad Florence. De vesting was ook bedoeld om de oude Via Francigena te beheersen, de centrale weg van Noorwest-Europa naar Rome. De Via Francigena meed immers het moerassige laagland waar de rivier de Elsa vaak overstroomde.
Tot aan de twaalfde eeuw was de strategische, lucratieve weg in handen geweest van allerlei kleine adellijke families, maar daarna trachtten de steden, zoals Florence, Siena, San Gimignano en Poggibonsi de Via Francigena meer en meer te beheersen om het vrije handelsverkeer te bevorderen. Het gebied werd het toneel van de voortdurende gewapende concurrentie tussen Florence en Siena, waar de kleinere steden onderschikt aan waren geworden.
In de middeleeuwen werd Monteriggioni enkele malen belegerd, maar pas in 1554 viel de vesting door verraad, in handen van de vijand, de keizerlijke troepen van keizer Karel V, onze eigenste Gentenaar, waarna ook Siena viel. Monteriggioni kwam in handen van de Medici, die de vesting en de omgeving verkochten aan adellijke families. Pogingen van het moderne Siena om de gemeente Monteriggioni te annexeren, mislukten. Het gebied is sinds 1720 voor een groot deel in bezit van de familie Griccioli, die er wijn produceert, Terre della Grigia-chianti.

Langs de vele kleine bos- en veldpaden  waren er voorlopig weliswaar geen wijngaarden te bespeuren. Wel, een weide van loslopende varkens zoals ik het me kon herinneren van vroeger uit mijn kindertijd bij ons in Neerrepen, bij boer Gust. Die van Gaia zouden dit alleen maar fantastisch gevonden hebben, en ik trouwens ook.

Bij aankomst in Siena zag ik voor het eerst op een officiele wegwijzer Rome staan. Nog 10 dagen en ongeveer 250km scheidden me van de eindbestemming. Ik werd er even stil van. Aangekomen in Siena had ik niet bepaald veel zin in sightseeing vermits ik ook nog een 7tall kms verder moest stappen. Samen met Bernard lunchte ik wel nog op de Piazzo del Campo, eerder alleen om wille van het uitzicht dan wel omwille van de prijs-kwaliteitsverhouding van het gereserveerde. In het stadshuis geraakten we via een aantal administratieve omwegen uiteindelijk bij de juiste persoon terecht die een mooi stempeltje plaatste in mijn inmiddels aardig met inkt gevulde credentiali of pelgrimspaspoort

Bernard bleef dus in Siena, ik stapte voort naar de B&B la Colina, een 7tal km buiten Siena. Bij aankomst werd ik niet bepaald op een aardige manier ontvangen door de hond des huizes. Als de bazin niet in de buurt was geweest, ik had het beest doorspiest met mijn wandelstokken. Naast Italiaanse automobilisten, collega-clochards die geen goededag zeggen , heb ik tijdens deze trip ook een grondigd hekel gekregen aan blaffende honden. Dagelijks wordt me zeker honderdmaal  duidelijk gemaakt dat ik en andere clochards  niet welkom zijn. En na 80 dagen maal 100 blafbeurten,  heb je er werkelijk genoeg van. Terugblaffen wat ik een keer geprobeerd heb, helpt ,vrees ik, geen sikkepit, integendeel.



zaterdag 5 oktober 2013

Dag 79 : San Gimignano - Abbadia di Isola

Dag 79 San Gimignano - Abbadia di Isola

Het was de vastste en langste slaap sedert het begin. En dit deed zich ook gevoelen. Ik had er enorm veel zin in  en de adembenemende landschappen bij het verlaten van San Gimignano, badend in het vroege zonlicht en ochtendnevel, maakte me goed gezind.
De tocht liep langs kleine paden die echter door de regen van de dag ervoor herschapen waren in ware klei-ski-pistes, zeker op de plaatsen waar ik passeerde via de steile hellingen van de wijngaarden. Maar ook dat kon de pret niet bederven. Het was puur genot van alles wat zich die dag aandiende.

Halfweg kwam ik bovendien Bernard terug tegen die zichtbaar aan het ploeteren was in de moeilijk begaanbare en zware klei paden. Hij was dan ook zo blij als een kind en kon zijn emotie moeilijk de baas. We omarmden elkaar, gaven elkaar vier dikke bezen en nadat hij zijn krop had doorgeslikt, stapten we samen de resterende helft naar Abbadia di Isola.

In Abbadia di Isola verbleven we in het ontvangsthuis van het broederschap Sint Jacobus van Compostella. Onze gastheer, Mario, stelde zich volledig ten dienste van de passerende pelgrim wat zich niet alleen uitte in het leveren van 'water en brood' maar ook door het ritueel van het wassen van de voeten van de pelgrim in ere te houden. In Wisques bij Frere Yves was me dit ritueel ook te beurt gevallen ware het niet dat men het wassen van de voeten vervangen had door het wassen van de handen.
Mario noemde ons echter geen pelgrims want in Italie gaat een pelgrim door het leven alszijnde iemand die reis boekt met de "pulman" naar Lourdes, Fatima, Assissi, Rome,... Hij noemde ons daarentegen clochards wat volgens mij ook niet meteen de lading dekt. Maar goed.

In het ontvangsthuis ontmoette ik ook Rosanna en Mario. Dit Italiaanse koppel dat een goed mondje vol Frans sprak  zorgde voor een bijzonder lekkere avondmaal. 
In gezelschap van Bernard, onze gastheer Mario en het Italiaanse bracht ik een fijne avond door die qua warmte en vriendschap de tegenpool was van de avond ervoor. En zo eindigde dag 79 zoals hij bogonnen was : in majeur.


Dag 78 : San Miniato -San Gimignano

Dag 78 San Miniato -San Gimignano

De langste en moeilijkste etappe stond op het programma. Quasi 40km, beschreven als "very strenous", terug op mijn ukkie, en er was regen aangekondigd.
De regen bleef uit tot 13u en dan gingen de hemelsluizen volledig open. Het reeds verlaten en troosteloze landschap kreeg iets angstjagends te meer de bliksem en donder gedurende meer dan een uur ook van de partij waren. 

Met een blik op oneindig, het verstand quasi op nul, inmiddels met water in de schoenen en met alle krachten in mijn lijf zette ik mijn tocht verder richting San Gimignano waar ik een goede 10 uren na vertrek snel op zoek ging naar mijn plaats van verblijf.
In de B&B kon ik beschikken over een haardroger die ik gebruikte om alle kleren en schoenen zo goed als mogelijk te drogen. Er was bovendien ook WIFI zodat ik mijn wekelijkse babbel kon hebben met Emma. En om 20u was mijn pijpke uit en verzonk in een diepe slaap. 




Dag 75-77 : Lucca - San Miniato

Dag 75-77 :. Lucca-San Miniato
Dag 75 : rustdag in Lucca
Tussenstop : Altipascio

Vanessa's timing om naar me te komen kon niet beter. Twee weekjes voor het einde, nog wat zuurstof en energie geven aan haar ventje om de laatste 400 km te overbruggen. Timing is alles. Een vroegere baas zei ons altijd : avant l'heure, ce n'est pas l'heure, apres l'heure, ce n'est plus l'heure.
Op de rustdag in Lucca deden we heel kalmpjes aan. Geen strak plan om Lucca cultureel of gastronomisch te verkennen. Traditiegetrouw maakte  ik op mijn vrije dag tijd om het verdere verloop van mijn tocht te plannen en mijn slaapplaatsen voor de komende 5a6 dagen vast te leggen. Een laatste keer !  Voor het eerst werd ik echter geconfonteerd met het feit dat de plekjes voor pelgrims volzet waren. Dit was zo het geval in San Gimignano en Siena. Dit had te maken met twee zaken nl 1. Het feit dat de weg naar Assissi ook langs deze 2plekjes passeert en 2. heelwat Italianen starten blijkbaar vanuit Siena of San Gimignano naar Rome. Een fenomeen dat ook gekend is op de weg naar Compostella waarbij de laatste 100, 200 kms gestapt worden zodoende men zeker is van een diploma. 

We planden wel om de Torre Guinigi te  beklimmen gezien het mooie uitzicht over Lucca en de ideale plek om mijn schatje te bedanken voor de bijzondere afgelopen 2,5 jaar dat we samen zijn en dit in de vorm van een ring, een creatie van mijn nichtje Elke Smellenbergh. Meisje blij, manneke ook blij! Het leven kan soms zo simpel zijn.

Op dag 76 stapten we van Lucca naar Altopascio. En in tegenstelling tot de algemene beeldvorming over Toscane, was het vlak terrein en niet bepaald mooi. Bovendien stapten we een groot stuk langs de grote weg en op asfalt. Wat dat betreft hadden we het bezoek van Vanessa niet bepaald juist gepland. Ook dag 77 was niet bepaald mooi te noemen. 

In Altopascio troffen we de Duitse Gaby, die inmiddels "hare Bernard" had laten gaan. Mijn vermoeden was dan toch verkeerd geweest. 
Voor Vanessa was het een  leuke ervaring iemand te ontmoeten die ik via mijn blog tot in de Vlaamse huiskamer had gebracht ( zin voor dichterlijke overdrijving mag toch). We leerden elkaar verder kennen aan de dinertafel waar we genoten van een aantal lokale specialiteiten op basis van wilde paddestoelen. Het was immers het seizoen hiervoor, nietwaar. By the way snel even opgezocht wat Porcini is/zijn ttz Eekhoorntjesbrood.
Zoals gezegd bracht dag 77 ook niet veel moois wat landschappen en ontmoetingen betreft. Gelukkig was mijn vrouwke er zodat we al babbelend de afstand vol praatten. 

Inmiddels was ik bijna 80 dagen onderweg en naarmate de eindmeet meer in zicht kwam, groeide het verlangen naar thuis, Emma, de familie, de vrienden, de gezelligheid van de herfstse avonden, het confort van een goed bed ( en steeds hetzelfde bed). De  aanwezigheid van Vanessa deed het verlangen om thuis te zijn met mijn geliefden alleen maar toenemen. Het was dan ook met moeite dat ik afscheid nam van haar. Ook al was het nog maar 2 weken, en ongetwijfeld lagen er mooie ontmoetingen voor me, ik was niet liever dan de andere kant uitgegaan op, de volgende morgen.

Dag 72-74 : Sarzana - Lucca

Dag 72-74 :  Sarzana - Lucca
Tussenstops : Massa en Camaiore

Beste lezer, ik heb wat achterstand opgelopen met mijn verslagen.  Enerzijds om wille van de vele ontmoetingen en het gezelschap onderweg en anderzijds door het feit dat de job van "schrijver" niet bepaald eenvoudig lijkt te zijn.
 Ik ben dus genoopt om een aantal dagen te bundelen en zo het gat met het heden dicht te rijden.

Gedurende drie dagen stapte Jacques mee. We overbrugden samen de afstand van Sarzana tot Lucca waar ik hem snel achterliet om me te haasten naar mijn liefje.
Jacques staat met een open geest in het leven. Dat toont hij ook op het werk door zijn openheid voor nieuwe ideeen en de zijn grote bereidheid om mee te werken aan verandering. Anderzijds is Jacques ook een fervent fietser wat zich vertaalt in een prima fysieke conditie wat ik ook mocht ondervinden. Als jonge zestiger huldigt hij alvast de levensleuze mens sana in corpore sano.
Stilzwijgend hadden we afgesproken dat er geen protocol was -ook al waren we niet in de ruimte- zodoende deden we alsof we elkaar reeds lange jaren kenden. En dat werkte best. Ik ga hier  niet in detail gaan, maar Jacques weet ongetwijfeld waarover ik het heb.

Ik had er een sport van gemaakt om tegen iedereen goededag te zeggen. Meestal werd een goededag beantwoord met een salve of buon-gorno. In de gevallen dat dit niet was, volharde ik meestal tot een groet terug mijn richting kwam. Ook Jacques deed gewillig mee aan deze sport.  Echter de onvriendelijkheid van de mensen die we tegenkwamen tussen Sarzana en Massa was niet te breken. Het moet zijn dat het marmer hun zwaar op de lever lag. 
We liepen immers op dag 72 aan de voet van de Apuaanse Alpen waar zich ongeveer 300 marmergroeven bevinden. Deze marmergroeven stammen uit de tijd van de Romeinen en zijn daarmee de oudste industrieterreinen ter wereld die nog in bedrijf zijn. Het marmer werd onder andere gebruikt door Michelangelo voor zijn 'David' en 'Pièta'.
Zij die ooit met de auto langs de Toscaanse kust gereden zijn gereden zijn via Carrara en Massa,  is ongetwijfeld al opgevallen dat de bergen bedekt zijn met eeuwige sneeuw, het marmer dus.
In Massa werden we daarentegen bijzonder vriendelijk ontvangen door een Capucijn in het convento aldaar. Het bier was op maar het verwelkomingspakket bestond uit wijn, cake en ijsjes (cornettos). We hadden de pater-capucijn ook gevraagd of hij ons twee glazen in kelkvorm kon bezorgen want beste Jacques had het zevende wereldwonder meegenomen uit Belgie ttz twee flesjes WestVleteren. Het werden uit eindelijk twee bekers waaruit we het beste bier van de wereld zouden soldaat maken na het avondeten, zo hadden Jacques en ik smakelijk en in de handenwrijvend afgesproken. Echter dit feestje ging niet door want bij onze terugkeer van het avondeten in het centrum van Massa was alles : de wijn, het afval van de cornetto's, de waterkan, EN de bekers verdwenen.
Dit was de tweede avond op rij dat het ons niet gelukt was om te drinken wat moest gedronken worden. De eerste avond was er zelfs geen glas te bespeuren in een zijgebouw van de kerk te Sarzana.

Op dag 73 stapten we van Massa naar Camaiore waar ik geen slaapplaats vond bij paters, de parochie, of...  Het werd dus een B&B met... fietsen. We maakten gebruik van de tweewielers om naar het strand te trappen en op zoek te gaan naar een gelateria want naast het ontbreken van glazen was het ons niet gelukt om twee dagen na elkaar te likken aan een of andere lekkere artisanale ijs.
Mamamia, was me dat effe schrikken. Ik moet toegeven dat de kustlijn wat gebouwen betreft net iets smaakvoller volgebouwd werd dan bij ons aan de Kust maar het strand was volledig ingenomen door, gezien het laagseizoen, lege strandstoelen die telkens van kleur veranderden als de privaat uitbating van een stuk strand van eigenaar veranderde. Wat moet dat geven in de zomer?  Ik mag er niet aandenken.
De ijs daarentegen was buono. 
Ook de flesjes zevende wereldwonder moesten eraan geloven die avond. Met de nodige egards wel te verstaan en bij herhaling elkaar zeggend : dat is toch lekker. Het ritueel werd trouwens digitaal vastgelegd. 

Na 16 dagen stappen zonder pauze, mocht ik me opmaken voor een rustdag in Lucca. Maar eerst nog samen met Jacques van Camaiore naar Lucca. Op mijn tocht mocht ik al heelwat aangename verrassingen ervaren en het deed me dan ook plezier dat ook Jacques zo'n ervaring mocht opdoen. In Valpromaro passeerden we una casa dei pelligrini, waarbij een infobordje aan de deur in vier talen de pelgrim uitnodigde voor een drankje. Het was ongeveer 11u30 en de gastvrouw en -heer vonden het niet kunnen dat we verder stapten zonder eerst onze maag vol te stouwen met een pasta. En zo geschiedde, geheel onverwacht, werden Jacques en ik ongelooflijk in de watten gelegd en voorzien  van de nodige koolhydraten om de rit verder uit te doen.

Op het moment van mijn aankomst te Lucca wachtte mijn schat, Vanessa, die ik inmiddels in geen 8 weken meer had gezien.  Mijn ongeduld was dus groot en veel tijd had ik niet om de goede afloop van onze driedaagse te vieren. Snel dronk ik nog een pintje op de piazza Puccini samen  met mijn wandelmaatje om hem dan abrupt achter te laten en me snel te begeven naar la piazza amphitheatro. Het was een emotioneel en blij weerzien en op een terrasje nestelden we ons voor een tijdje want er was zoveel om bij te praten.





Dag 71 : Aulla - Sarzana

Dag 71 : Aulla - Sarzana

De ochtend in Aulla was mistig en grauw. Een goede twee kilometer verder en twee honderd meter hoger kon ik de gevolgen zien van een atmosferische inversie. Beneden de vallei gehuld in de wolken, en tweehonderd meter hoger op de flanken van de heuvels een straalblauwe hemel en een prachtige zonsopgang.  

In de morgen van dag 71 zag  ik de Middelandse Zee terwijl ik al stappend flirte met de Ligurische en Toscaanse grens in de heuvels tussen Aulla en Sarzana. 
Het tweede gedeelte van de tocht stond echter in schril contrast met de rust en schoonheid van de heuvels. Ik had de vlakte aan de zee bereikt, de bevolkingsdichtheid was toegenomen met iedere meter die ik gedaald was en dus ook het lawaai, de drukte, mijn ergernis over het rijgedrag van de Italianen (zwakke weggebruiker ? Nooit van gehoord !) . Bovendien passeerde ik een verlaten (zondag) industrieterrein waar ik herinnerd werd aan het werk door een containerterminal die voorzien was van sporen.
Ik besefte voor het eerst dat ik mentaal heel ver weg was van mijn dagelijkse professionele omgeving. Terwijl ik thuis de schoonheid in de ruw- en hardheid van de havens kon zien, was ik niet in staat om ook maar een een stukje van dat gevoelen op te roepen. Gelukkig zit er nog een drietal weken tussen terug thuis aankomen en werken gaan... Maar zover zijn we nog niet natuurlijk.

Toch eindigde dag 71 in mooiheid, enerzijds door het verrassende Sarzana en anderzijds door een zichtbaar aangegrepen Jacques, een collega van het werk die me de komende drie dagen zou vergezellen. 
Zijn eerste woorden waren toen hij me terug zag : ik weet niet of ik dit zou kunnen... 


Dag 70 : Pontremoli - Aulla

Dag 70 : Pontremoli - Aulla

Pontremoli-Aulla was, om in het wielertermen te zeggen, de Ronde van Vlaanderen van mijn tocht  (de oude versie wel te verstaan : maw geen plaatselijke rondes :-)) : korte stevige hellingen, prachtige vistas, en een lange rechte lijn na de heuvels. 

Vier gebeurtenissen gaven extra kleur aan dag 70 : 

Ten eerste was er de verjaardag van mijn nichtje Fleur, de jongste van onze Patrick. Deze gebeurtenis gaf aanleiding tot reflectie over mijn jongere broer Patrick, ook wel Patje genoemd. Toffe gast die broer van me. Het clowneske is er iet wat uitgegaan maar nog altijd kan hij ongewoon, onverwacht grappig uit de hoek komen. Een rots in de branding ook. Onze Pat kan je vragen om hulp, hij staat altijd klaar. Anderzijds zou hij zelf wat meer hulp mogen vragen. Een halve kop groter, twee schouders breder dan zijn oudere broer, gaat hij door het leven als een beer van een vent. Een beest, een werkbeest, onvervalste werkkracht, maar ook zo zacht en kwetsbaar. Soms, heel soms een klein vogeltje met een heel klein hartje. Die tegenstelling in hem maakt hem zoveel mooier. Mijn broer is puur natuur. What you see, is what you get. No hidden agenda, geen berekenbaarheid, gewoon heel echt en authemtiek. Ik hou van de kerel. Ik zie hem echter te weinig. Een aantal jaren geleden hebben we een 30 jaar oude zeilboot (een 470 voor de kenners) gekocht met de bedoeling als broers een gezamenlijk activiteit te hebben. Een mega grote scheur in het groot zeil -ik vrees dat we een kat in een zak gekocht hebben- maakte een einde aan onze fantastisch voornemen. Ik denk niet dat we 5 keer onze boot hebben opgetuigd.  Ik blijf hopen dat we in de toekomst meer tijd zullen vinden voor elkaar... Anderzijds geniet ik ten volle van de keren dat hij er wel is...

Ten tweede ontving ik een ontzettende attentvolle sms van een collega van het werk. Deze brave man stuurt me op geregelde tijdstippen een kort berichtje, steeds hartverwarmend en een bron van energie. Zijn naam laat ik lekker in het midden, gezien het feit dat hij ook graag discreet te werk gaat. 
 
Ten derde ontving het nieuws dat er een artikel in het Nieuwsblad verschenen was dankzij  de man die in Heren 5 (tennis, zie ook vorig verslag) in het Genkse ook wel door het leven gaat als de "tutser" -of was dat zijn jongere broer?-  Bij deze mijn oprechte dank, Dirk. Dit artikel heeft ontzettend veel plezier gedaan aan een hoop van mensen zoals daar zijn Emma, mijn ouders, de ouders van Vanessa, Vanessa zelf en Evelina, de dochter van Vanessa, die het artikel een aantal dagen later gebruikte voor haar nieuwsronde in de  klas,... 

Ten vierde, de avond die ik samen doorbracht met onze Noord-Ier, Brendan. Op een of andere manier vinden de mensen de weg naar me om hun verhaal te doen. Ook zo, Brendan, toen hij me vertelde over de beweegredenen van zijn tocht. Uit respect ga ik hier niet dieper op in, maar ik hoop dat hij de nodige antwoorden op zijn tocht zal vinden. Via Brendan leerde ik ook heelwat over de nog steeds kwetsbare situatie te Belfast. Ook dat is onderweg zijn, meer te weten komen van andere landen... Anderzijds laat ik geen kans liggen om Belgie uit te leggen aan de buitenwereld.
By the way, wij Vlamingen moeten stoppen met te zeggen dat we Vlaams spreken. We spreken immers Nederlands, zo heet namelijk ook het vak dat mijn dochter een 5-tal uur per week heeft op school. Bij mijn weten heet dat vak niet Vlaams. Soit, Ik ben alvast zeker dat Geert Van Istendael het wel eens zal zijn met mij. Geert wie ?