De Cisterciënzermonniken van het Lucedioklooster in de buurt van het plaatsje Trino (Piëmonte) ontdekten dat in de Povlakte de juiste omstandigheden voor de rijstbouw aanwezig waren. Rond 1400 introduceerden zij hier de rijstbouw.
In de negentiende eeuw werden in de Povlakte enorme rijstvelden aangelegd. Veel van deze rijstvelden werden bevloeid met water uit de Alpen dat via daarvoor aangelegde kanalen, zoals het Cavourkanaal werd aangevoerd.
In de twintigste eeuw zorgden betere productiemethoden en de mechanisatie van de landbouw voor een gestage groei van de rijstteelt, in die mate dat Italie de grootste producent van rijst werd (is) in Europa.
Er stond 34 km rijstvelden op het programma op dag 58. Ik hoopte voor de grote verkeersdrukte Vercelli te verlaten vermits de eerste kms op de strada statale richting Mortara als gevaarlijk aangekondigd waren zeker nu er werken waren. Er heerste echter al een aardige drukte met het nodige lawaai van ronkende motoren en toeterende automobilisten. Na een goed uur stappen was ik dan toch in veiligere oorden geraakt. De geluiden van de natuur namen snel die van de mens over en de innerlijke rust keerde terug.
Het was duidelijk dat de herfst in aantocht was. De eerste bomen die zich ontdeden van hun bladeren waren de populieren. Dikke vette fazanten quasi klaar voor de jacht liepen bij elke ontmoeting minstens honderd meter voor me uit, in de hoop dat ik zou stoppen met stappen en dat het voor hen niet nodig was om de vleugels te strekken. Domme beesten die wanneer ze me dan toch te laat observeerden, plotseling uit het hoge gras onbeduusd wegvlogen en me telkens enorm deden schrikken. Domme beesten.
De regen van de voorbije nacht had de wazige luchtvochtigheid weggespoeld en vanuit de Povlakte kreeg je hierdoor mooie vergezichten. Zo kon ik zien hoe het Monte Rosa bergmassief (Monte Rosa = 4634 meter hoog) bedekt met verse sneeuw trots haar schoonheid toonde in de opkomende zon. In het zuiden kon je de contouren zien van de Apenijnen die 7 dagen verder in wandelafstand gelegen waren.
Na een goede 20 km bereikte ik Robbio waar ik mijn middagbreak nam. Eenzelfde fenomeen van Chinezen die de lokale bar hadden overgenomen deed zich ook in dit dorp voor. In Robbio waren het echter twee meiden, max 20 jaar, die de zaak runden. In tegenstelling tot de familie in San Germano wisten deze meiden wel van aanpakken richting de Italiaanse mannen die er met trossen op het terras te vinden waren. Echter het maken van een panini was net te hoog gegrepen.
De resterende 14 km in de namiddag werden in een zengende hitte afgelegd. Ik was dan ook blij dat ik kon aanbellen in de abdij van Mortara. Door de passages van Napoleon en eerder door de Oostenrijkse Jozef II was er niet veel overgebleven van de abdij. Enkel de kerk stond nog overeind en een groot bijgebouw aan de kerk. Monniken waren er in geen decades, eeuwen meer te bespeuren.
Het bijgebouw werd aan de ene kant bewoond door een concierge en haar echtgenoot en aan de andere kant was er een grote ruimte waar pelgrims terecht konden. In die ruimte trof ik drie andere reeds bekende stappers : Mario uit Canado, Bernard uit Parijs en Gabrialla uit Duitsland.
Het was een fijn weerzien met Gabriella en een nadere kennismaking met Bernard die eigenlijk priester had willen worden maar hiervan weerhouden werd door zijn bloedeigen moeder en anderzijds Mario die nog midden in het verwerkingsproces zat van zijn echtscheiding.
Samen nuttigden we de avondmaaltijd die door de concierge ter plaatse werd klaargemaakt. De fijne babbel aan tafel kreeg een wending toen de Canadees in het Canadees Frans -niet te begrijpen hoe je dit uit je strot krijgt- plots out of the blue vroeg of er al iemand een mirakel was overkomen.
Het was duidelijk dat de vraag gesteld werd om zelf het antwoord te mogen geven... En zo vernamen we dan ongevraagd op welke manier een priester die lange tijd in de Domenikaanse Republiek had gewerkt, tijdens een misviering in, naar ik vermoed, het moeilijk verstaanbaar Canadees Frans (God is not only a DJ, he's also a Polyglot) er voor gezorgd had dat zijn rugpijn die hem al meerdere jaren teisterde plotseling verdween. Het greep hem enkele jaren later na de feiten nog zichtbaar aan. Het was ook zijn reden om te gaan Pelgrimmen naar Compostela een tweetal jaren geleden.... Persoonlijk blijf ik het moeilijk vinden met dergelijke verhalen. Ongelovige Gertrudus.
Ook Bernard en Gaby waren niet aan hun proefstuk toe wat betreft het wandelend rondtrekken. Vooral Bernard had een trekkers-CV om u tegen te zeggen. Op 73-jarige leeftijd was hij nu bezig aan zijn zoveelste tocht die hem van Aosta naar Rome bracht en hij had nog vele andere plannen...
Tot de ochtend van dag 61 zou ik in het gezelschap van dit drietal stappen...
Hello Geert (called Antonio) I arrived home and back pain has passed.
BeantwoordenVerwijderenI am happy to have met an extraordinary person like you.
I wish you a good journey.
Ultreya
Renato
schrikken van fazanten, mo vent to, nog wel dat het geen tonijnen waren, das pas verschieten.
BeantwoordenVerwijderen