Om 7u was mijn tentje en de rest opgeborgen in mijn rugzak en een (te) kliein ontbijt achter de kiezen geslagen. Er stond immers een hele lange etappe op het programma. Toch lukte het me ook deze keer de aanlokkelijke bewegwijzering te volgen in plaats van mijn gids te respecteren met als gevolg drie extra onnodige duizend meters aan mijn broek. Het zou de aller, aller, allerlaatste keer zijn.
Op dag 25 was het redelijk goed verlopen met mijn linkervoet maar in de morgen van dag 26 had het ongemak zich vertaald in een vervelende pijn.
Een lange rechte en bijzonder drukke Route Nationale die me 9 km lang naar Brienne Le Chateau moest leiden, benodigde bovendien alle aandacht. Voor het eerst voelde ik grote ergernis bij me opborrelen en was het even niet leuk. Het te kleine ontbijt zat er zeker ook voor iets tussen.
Toegekomen in Brienne Le Chateau wist ik op de lokale donderdagmarkt, geheel binnen de butgettaire limiet van 10 euro een karrevracht aan eten in te slaan voor de komende 24uren.
Mijn maag rammelde. Ik installeerde me op het terras van een van de twee cafes op het centrale plein, bestelde een grand-creme en maakte een sandwich van een vers baguetteje, een lekker zacht kaasje waarbij vloeibare honing voor een nieuwe variant van een smos moest zorgen. Dit late ontbijt zorgde alvast voor nieuwe energie en na de nodige rust van een uur moest ik terug aanzetten wou ik Dolancourt op een redelijk uur bereiken, alwaar ik ook nog op zoek moest naar een plek om te slapen omder de blote hemel.
De pauze en de ontbijt smos misten hun effect niet. Ik voelde me meteen een stuk beter en de pijn aan mijn linkervoet was ook nagenoeg verdwenen.
Het landschap veranderde ook helemaal. De immense, eindloze velden met de voie romaine die als een rechte streep deze vlakte in twee gelijke helften verdeelde moest ( eindelijk) plaats ruimen voor een bosrijk en glooiend landschap.
Het was alsof het een nieuw begin was.
Onderweg botste ik op 4 fietsende dames. Op het moment dat ik hen tegenkwam hadden ze net een stop achter de rug en zetten ze aan om voort te fietsen.
Ik vond het een vreemd zicht om vier fietsende dames te ontmoeten in een Frans landschap omdat dit niet bepaald een Franse gewoonte is.
En wat bleek : het waren vier madammen uit Bruhhe die hun venten hadden achtergelaten om schaterlachend door het departement van de Aube te fietsen. Het was de leukste ontmoeting van de dag die een extra dimensie kreeg toen de achterband van een van de fietsen het begaf. En gezien de cursus fietsmaken nog niet het nodige resultaat had gebracht, mocht deze pelgrim de achterband repareren. Het leverde veel appreciatie op maar vooral een extraatje voor de ransel in de vorm vam een appel, nootjes en rozijnen, een tomaat, twee banestos en jawel, een blikje tonijn.
Na 12uur onderweg te zijn kwam ik uiteindelijk toe in Dolancourt. Het duurde even vooraleer ik een plekje vond ergens aan de rand van een bos, langs een bosweg.
Geheel binnen het budget had ik in Brienne Le Chateau ook een doosje van 500 gr klaargemaakte paella gekocht die ik nog slechts moest opwarmen. Nooit eerder zo veel smaak gepuurd uit wat rijst, groentjes, een stukje kip, wat mosseltjes en twee scampi's.
Het was een lange dag geweest met een morgen vol ergernis en een namiddag vol goede dingen. Een perfecte sterrenhemel zorgde voor een waardige afsluiter van de dag. Even werd ik wel nog opgeschrikt in de donker door een voorbij rijdende auto die zo'n goede meter naast mijn tent passeerde.
Met mijn stok in de aanslag was ik op het ergste voorbereid maar het gebruik hiervan bleek niet nodig te zijn, ook niet een uurtje later toen diezelfde auto in omgekeerde richting terug een weg baande naar de bewoonde wereld.
Met een gerust hart kon ik de slaap aanvatten.
Hallo Geert,
BeantwoordenVerwijderenWat een mens al niet tegenkomt op zijn wandeltocht !Wat staat er nog te gebeuren ? Bedenk volgende spreuk :" Sidera somnum seradent " Groeten, A & W.
als orthopedische schoenen niet helpen, een rolstoel misschien om de tonijnenbergh over te steken?
BeantwoordenVerwijderen