zondag 4 augustus 2013

Dag 19 : Corbeny - Hermonville

Dag 19 : Corbeny -Hermonville

Op dag 19 ruilde ik de regio Picardie voor de regio Ardenne-Champagne. Het feest kon nu echt beginnen.
Om de lijn door te trekken van het verslag dag 13 : Picardie telt 3 departementen genaamd naar de 3 rivieren die in deze regio vloeien : Somme, Aisne en Oise

Geen 10 jaar geleden had ieder Frans dorpje dat zich respecteerde een bakker, een slager en een bar tabac. Dat maakte het mogelijk in de jaren 80 voor de familie Smellenbergh eenmaal de grens over op weg naar hun vakantiebestemming in Frankrijk te stoppen bij de eerste bakker voor une baguette en bij nen echte slager die de overheerlijke jambon blanc non chalant in een wit-rood geruit papier wist te draaien. Het was haast een ritueel. En smaken dat dit deed.
In Picardie was daar echter niets meer van te merken.  Leegstand bij de middenstand des te meer. Een soort gelatenheid huisde in de dorpen. En vanuit een bepaalde bezorgheid voor de toekomst had dit ook gevolgen voor de (on)vriendelijkheid van de mensen waarbij we voorzichtig dienen te zijn met veralgemeningen. En bovendien is dit een puur persoonlijke interpretatie, niet gestoeld op enig wetenschappelijk onderzoek. Die leegstand daarentegen was wel een feit.

In het laatste dorp Berry au Bac van de regio Picardie was de middenstand nog voltallig maar veel volk trof ik niet aan in de bar tabac waar ik binnen strompelde met de vraag of ze mijn fles met fris water konden vullen. Ik zag de waardin denken : bestel iets in plaats van te vragen om uw fles te vullen. Voorzichtig en zelfs een beetje beschaamd, greep ik alvast een rolletje mentos uit het rek vol suikergoed. 
En toch ontroerde de vrouw me toen ze de dop van mijn fles extra proper maakte en deze dop met een ongelooflijke blijk van zorgzaamheid op de fles draaide. Veel werd er niet meer gezegd van haar kant buiten dan de obligate 1 euro20 voor het rolletje mentos. 
Ik troost me met de gedachte dat 60procent van de communciatie eerder van non verbale aard is en da's wel gestoeld op wetenschappelijk onderzoek.

Het kopen van het rolletje mentos had ook een symbolische waarde ( voor alles een uitleg) want een pelgrim ontvangt niet alleen en hij deelt ook uit, althans zo leerde ik in de kathedraal van Laon waar een aantal panelen over pelgrims en pelgrimstochten 't een en 't ander voor me verduidelijkten.

En hiermee belanden we meteen  bij de attributen van een Pelgrim. 
Een collega van het werk ( beste Anton,)vroeg me om wat duidelijkheid te brengen over de inhoud van mijn rugzak en andere attributen die ik heb meegenomen op mijn tocht.

Laten we beginnen met de pelgrim uit de middeleeuwen en dan afdalen naar de man die nu onderweg is.

Reeds vanaf de hoge Middeleeuwen onderscheidden de pelgrims zich niet enkel door hun kledij van de gewone reizigers, maar ook door bepaalde attributen. Ze droegen bepaalde karakteristieke voorwerpen waardoor ze meteen als bedevaarders herkenbaar waren en dus onderweg op onderdak, voedsel, hulp en bescherming konden rekenen. 

De drie essentiële attributen waren de pelgrimsstaf, de reistas en de documentendoos.

A. De pelgrimstaf
De pelgrimsstaf (Latijn: "baculus"; Frans: "bourdon"; Middelnederlands: "palster") was een houten stok, tot en met de 14de eeuw korter dan de lichaamslengte  van de pelgrim, met doorgaans bovenaan één appeltje bolvormige knop en onderaan een smeedijzeren punt. Vanaf de 15de eeuw werd de staf steeds langer en stak uit tot boven het hoofd van de bedevaarder. 

De wandelstaf had 2 praktische functies :
hij werd gebruikt om het wandelen over een lange afstand gemakkelijker te maken. Hij bood extra-steun ("derde voet") bij vermoeidheid, bij overbelaste of gekwetse ledematen, vooral op slecht gebaande wegen en met zijn ijzeren punt onderaan diende de staf als een zeer nuttig verdedigingsmiddel tegen struikrovers of valse pelgrims ("coquillards") en hij was tevens een geducht wapen om loslopende honden en wilde dieren zoals wolven af te slaan op afstand te houden

B. De reistas 
De reistas (Latijn: "pera", "capsella" of "sporta"; oud-Frans: "escharpe" of "escherpe", afgeleid van het Frankische "skerpa"; Middelnederlands: "scerpe") was een ander essentiëel attribuut van de pelgrim. Het was een buidelzak in linnen of (herten)leder die naar vorm en afmeting erg kon variëren. Hij diende om er brood en andere mondvoorraad in te bewaren (om van de ene stopplaats naar de volgende te stappen) en werd met een riem over de rechterschouder gedragen.
Deze  ransel had vanaf de 12de eeuw voor de bedevaarders een diepe symbolische waarde en vertoonde inzake vormgeving 3 religieuze betekenissen:
1. de tas is van dierenhuid om de pelgrim eraan te herinneren dat hij zichzelf moet kastijden en zijn huid pijnigen.
2.de tas is klein want de pelgrim moet, om in zijn levensonderhoud te voorzien, meer zijn vertrouwen stellen in God dan in zijn eigen beschikbare middelen.
3. de tas is altijd open omdat de pelgrim zowel bereid moet zijn om zélf te geven als om te ontvangen (zie het rolletje mentos in de bar tabac van berry au bac)1

C. De documentendoos
Vele bedevaarders vertrokken van huis met een (meestal) ijzeren doos, waarin ze zorgvuldig hun aanbevelingsbrieven (bijv. van de plaatselijke priester of kloosterabt), adelbrieven, identiteitsbewijzen, vrijgeleiden, enz. opborgen. Ze droegen deze doos met een riem om de schouder of maakten ze vast aan hun buikriem. Deze kostbare documenten waren vooral noodzakelijk in de perioden dat de pelgrimswegen onveilig werden gemaakt door oorlogen of door steeds meer valse pelgrims werden bewandeld . Wie vanaf de 17de eeuw geen soortgelijke brieven kon voorleggen riskeerde de derde keer zelfs een veroordeling tot levenslang roeien op de galeien!
Onderweg verzamelden de pelgrims zoveel mogelijk bewijsbrieven, -stempels en -zegels van het bezoek aan heiligdommen, bijkomende aanbevelingsbrieven van gasthuizen en kloosters, getuigschriften e.d. In het eigenlijke bedevaartsoord kregen ze een certificaat van biecht en communie en een bewijsstuk van de volbrachte tocht (in Santiago was en is dat de bekende "Compostela").

Beste Anton, 

In weze is er nog niet veel veranderd : 

Mijn wandelstok heeft ook een ijzeren punt aan de onderkant en moet me beschermen tegen loslopende honden. Voorts geeft hij steun en op een bepaalde manier zorgt hij voor een bepaalde cadans in mijn stappen

Mijn reistas is veel groter dan de middeleeuwse variant en de massa  van de inhoud zorgt voor de kastijding. 
Wat zit er in :
1. een eenpersoonstent van 900 gr
2. een zelf opblaasbaar matje
3. een slaapzak
4. een gasvuurtje
5. een potje en inschuifbaar plastiek kommetje
6. een regenjas
7. een fleece
8. 2 kleine vaatwas handdoeken
9. Twee onderbroeken, een t-shirt korte mouw, een t-shirt lange mouw, twee paar sokken
10. Zakmes
11. Een mini Ehbo koffertje
12. Toiletzak
13. Proviand
14. I-pad om te bloggen
15. Een paar sandalen
16. Pierlapie

Mijn reispas voor het verzamelen van stempels als bewijs. Weliswaar inschuifbaar in een plastic etui en niet opgeborgen  in een documentendoos.

Het grote verschil met het middeleeuwse verleden bestaat erin  dat het geloof in God niet bepaald is toegenomen waardoor mijn rugzak veel groter is dan de ransel en dat de omgeving,  de pelgrim niet meer herkend en men dus geen onderdak, eten, etc... Spontaan aanbiedt. Althans tot dusver en op de via Francigena. Naar ik begrijp zou dit iets anders zijn op de weg naar Compostela.

Die rugzak is echt wel kastijding. Het zou dus kunnen dat ik ,pareto indachtig, een aantal zaken er nog zal uitzwieren.

1 opmerking:

  1. Ha ha ha! Your backpack is soooo light weight! Bravo! You are really walking the via francigena. Woo hoo!
    Every pilgrim walks for a different reason. As they say, "Caminante, no hay camino. Se hace camino al andar." Pilgrim, there is no path. You make the path by walking.
    Loved the story about the tabac. The Champagne vineyard workers invited me to eat dinner with them. After dinner, I got on my way again...and walked late into the night, but no innkeeper would let me stay (since I had a dog)..so I met my first Belgians, an elderly couple in a camping-car, who insisted that I camp next to them in the village green, near the canal.
    Yay for you! We are all cheering you on.
    Jana "Gigi"

    BeantwoordenVerwijderen