zondag 20 oktober 2013

Uitnodigining wandeling 10 November 2013

Beste collega's, vrienden en familie,

Inmiddels ben ik weer een goede week thuis. De dagelijkse wandeltochten in de rust van de natuur en de onbezorgdheid van het pelgrimsleven hebben plaats gemaakt voor de geborgenheid en warmte van het alledaagse thuis met de nabijheid van iedereen die ik lief heb.

Via deze weg wil ik jullie, bloglezers, meestappers en supporters, hartelijk bedanken voor de enorme sympathie en steun, die ik voor, tijdens en na mijn tocht mocht ervaren. Telkens een aanmoediging van jullie me onderweg bereikte, werd het energietankske bijgevuld. En het is mede dankzij die aanmoedigingen dat mijn avontuur een onvergetelijke hoofdstuk werd in mijn levensverhaal.

Dikke, dikke, dikke merci. GRAZIE MILLE !!!

Voorts wil ik jullie laten weten dat ik op Zondag 10 November een stevige wandeling plan (een gedeelte van dag 3 van mijn tocht, vanaf de plaats waar ik drie maanden geleden afscheid nam van Emma tot Wissant te Frankrijk). Een uitnodiging voor deze wandeling zal ook per post gestuurd worden naar al diegene die aangaf een financiele bijdrage te willen leveren aan de vzw Colori di Laura.
Deze uitnodiging zal tevens de praktische info bevatten voor het overschrijven van het opgegeven bedrag.

Ik hoop alvast jullie op 10 November te zien. Er is niet weinig om bij te praten, niet ?

Lieve groet,

Pelgrim en Clochard
Geert
Vind ik leuk ·  · Bericht niet meer volgen · 2 seconden geleden

zondag 13 oktober 2013

Laatste verslagje

Dag 85-86 : Acquapendente - Viterbo
Tussenstop : Bolsena

In de ochtend van dag 86 namen Bernard en ik voor een laatste keer afscheid (nu zeker) op de Via. Het staat als een paal boven water dat ik deze bijzondere, ietwat eigenwijze man nog zal terugzien, in Parijs waar hij woont of in Gent waar hij altijd welkom is.
Bernard was ik voor het eerst tegengekomen in de rijstvelden  iet wat voor Vercelli. Onze eerste ontmoeting bestond uit niet meer dan een beleefd babbeltje. Niets deed vermoeden dat ik hem nog zou terugzien, en dat mede hij kleur gaf aan mijn tocht.
Twee dagen later, in Mortara,  zagen we elkaar voor een tweede keer.  In de resterende 5 weken zouden we een kleine 2 weken nog samenstappen. Bernard wou als jonge gast pastoor worden maar dat was buiten zijn moeder gerekend die dit geen goed idee vond.  En het was de moeder die de broek droeg thuis. Dan maar op 16-jarige leeftijd -2jaren vroeger dan normaal- naar de prep-school voor les grandes ecoles. Uiteindelijk kwam  Bernard in de goedbetalende IT sector terecht alwaar hij een interessante carriere opbouwde. In al die jaren bleef Bernard een verstokt vrijgezel. De reden voor het feit van zijn vrijgezel zijn was niet ver te zoeken gezien het lijstje aan crietria waaraan de vrouw moest voldoen.... Een van die criteria stipuleerde dat hij geen relatie kon hebben met een vrouw die rode wijn dronk. De reden hiervoor vond zijn oorsprong in een gebeurtenis uit zijn jeugd waarbij hij  in het dorp waar hij opgroeide, een lokale wijnboer met zijn voeten de druiven zag pletten en tegelijkertijd de boerin haar maandelijkse katoenen doeken zag wassen. Sedertdien heeft den Bernard een onwrikbare associatie gemaakt tussen rode wijn en de menstruatie van de vrouw waarvan hij trouwens vindt dat de Schepper de vrouw een grote oneer heeft aangedaan. Dus geen rode wijn voor vrouwen. Ook geen korte haren, .... Soit het lijstje was te lang om op te noemen en dus de verklaring voor het vrijgezel zijn. Wat niet betekende dat hij als Pastoor door het leven ging, integendeel zelfs. 

Dezelfde morgen nam ik ook afscheid van Albert, een 73jarige Duitser uit Essen. Het kontakt met Albert was minder intens, niettemin was het een warm afscheid. Een aantal daarvoor had Albert zich op een morgen niet zo goed gevoeld, een combinatie van lage bloeddruk en gebrek aan slaap. Omdat ik me een beetje om hem bekommerd had, was hij me bijzonder dankbaar. En dat liet hij dan ook merken bij het afscheid. Toch petje af voor de man die inmiddels ook al twee weken onderweg.

Op dag 86 op weg naar Viterbo stapte ik over een afstand van 2km langs een echte oude Romeinse Weg. De oude Via Cassia was een belangrijke Romeinse weg die Rome via Siena verbond met Firenze. Vandaar liep de weg door naar Lucca , waar ze aansloot op de via Aurelia. Mogelijk is ze genoemd naar de tirannendoder Gaius Cassius Longinus, of naar een iets latere republikeinse consul die eveneens Cassius Longinus heette.

.... Hier stoppen voorlopig mijn verslagen. Ben inmiddels goed en wel toegekomen in Rome. Ik hoop echt dat jullie het leuk vonden om een stukje met me mee te reizen. Nu kijk enorm uit om terug naar huis te gaan en zoals iedere goede pelgrim, clochard of vagabond het dient te doen : hij werpt zijn (volgens Vanessa stinkende) kledij  af, scheert zijn baard en neemt zijn rol in de maatschappij weer op.
Emma, here I come !,,m







Dag 83-84 : San Quirico d'Orcia - Acquqpendente

Dag 83-84 : San Quirico D'Orcia - Acquapendente
Tussenstop : Radicofani

Een goede 5 km na San Quirico d'Orcia stapte  ik het mondaine kuurplaatsje Bagno Vignoni met haar etherische sfeer en opstijgende waterdampen binnen. Het was nog te vroeg voor de sjieke gasten om wakker te zijn en trof het centrum met haar vijver -gebouwd door de Medici- waar het bronwater met temperaturen van vaak meer dan 50C in verzameld wordt,  desolaat aan. 
Zoals de vele pelgrims in Bagno Vignoni  in de Middeleeuwen hier halt hielden om te rusten, zo ook nam ik er een pauze, een kleine weliswaar. De tocht naar Radicofani was immers lang en door dunbevolkt gebied in de Orcia vallei. Een klein dorpje lag er tussen Radicofani en Bagno alwaar een bar gelegen was, en meer was er niet te vinden. 

Nog acht dagen en een goede 200km. In vergelijking met wat ik reeds had afgestapt leken de resterende kms een peulschil te zijn. Maar benen en geest waren moe. De laatste 8 km naar de top van de heuvel waar Radicofani gelegen was, waren dan ook sleep-en zwoegwerk.
Ik was doodop en hopelijk zou ik die nacht goed slapen ware het niet dat in onze kamer den Canadees besloten had alle Canadese bossen om te zagen. Het werd een lange nacht zonder veel slaap. 

In Acquqpendente, op dag 84, had ik gelukkig mijn eigen kamertje en kon dus goed bij slapen. Naast gezond eten, regelmatig en voldoende water drinken, is slaap onontbeerlijk om het iedere dag tot een goed einde te brengen. 
Dat laatste was soms wel wat moeilijk door een combinatie van snurkgedrag van collega-clochards (mogelijks staat hetzelfde geschreven in de dagboeken van de andere partij)  en de grote variatie aan hardheid van de matrassen waarop ik geslapen had, gaande van het matje op de grond in mijn tent tot een matras die dubbel plooide wanneer ik er in lag. Geloof me vrij, ik zal niet treuren als ik terug in mijn eigenste bedje kan liggen. 

In Het klooster van Acquapendente dat (voorlopig) nog gerund werd door twee nonnekes 
trof ik tevens een vijftal Fransen die me vriendelijk uitnodigde om samen het avondmaal te nuttigen. Zij zorgden voor het eten, ik kocht makkelijkerwijze een fleske rode wijn. 
De avond werd afsloten met het spelen van een gezelschapspel waarin le petit Belge zich niet onbetuigd liet.






Dag 81-82 : Siena -San Quirico d'Orcia

Dag 81-82 Siena - San Quirico d'Orcia
Tussenstop : Ponte d'Arbia

Dag 81 was voornamelijk een stevige wandeling door een heuvelachtige landschap van velden die allemaal bruinrood omgeakkerd waren. De wandelpaden lagen er ook behoorlijk zwaar bij door de regen van de afgelopen nacht. Er stond een stevige wind zodat ik voor het eerst een herfstgevoel had. De temperaturen van de andere kant waren dan weer niet te associeren met de temperaturen die wij in Belgie gewoon zijn rond deze tijd van het jaar. Nog steeds rond de 20C.  Ideaal stapweer dus.
En mijn vriend uit Noord Frankrijk was ook terug : de veldleeuwerik.

Op een zeker moment, in het laatste deel van de etappe werd mijn aandacht gevestigd op een hoge berg wiens vorm sterk geleek op een vulkaan. Vanuit het thuisfront werd ik geinformeerd dat dit Monte Amiate was, een uitgedoofde vulkaan -laatste eruptie was zo'n 180.000 jaar geleden- deeluitmakend van de Antiappennini, een aantal bergen dat losstaat van de Apennijnen in de 'laars' van Italië. De kegel rijst zo'n 600 meter uit boven het omliggende plateau en haalt een hoogte van 1732 meter, waarmee het na de Etna de hoogste vulkaan van Italië is. Monte Amiate zou de komende vijf dagen nadrukkelijk aanwezig zijn,

Voor het eerst ontmoette ik ook een Belgische clochard. Den Bart, van Schoten. Verpleger intensieve zorgen in het UZ te Antwerpen. Bart verzamelt overuren door te werken op Zondagen, door vele nachten te doen,  en door collega's te vervangen. Zo is hij in staat om 2a3 weken rond te trekken in de Lente en 2a3 weken in de Herfst. Op die manier is hij een tweetal jaar geleden vertrokken in Canterbury en hoopt hij ooit aan te komen in Brindisi om eventueel daarna de overzet te nemen naar ik weet niet goed waar, met de intentie Het Heilige Land te bereiken. Best wel een toffe gast voor een Antwerpenaar. (:-))
Bart deed me een beetje denken aan Peter, de Duitser, wat betreft zijn rugzak. Eveneens geladen als een ezel, kon je langs achteren kop, rug noch gat zien. Zijn rugzak woog misschien wel tussen de 18 en 20kg. Het gewicht op zijn rug vermeed echter niet dat hij, als positivo pur sang, vlot zijn babbeltje deed on the road, zodat ik schoon de kans zag om de mop van de krokodillen te vertellen...

Die avond at ik samen met 13 andere pelgrims, 8 Fransen, 2 Italiansen, 1 Canadees en zijn Poolse vriendin, en den Bart. Mario en Rosanna zorgden nog eens voor een lekkere rissoto, die zelfs bij de Fransen in de smaak viel. Nooit eerder had een van de Fransen (behalve Bernard) ooit een rissoto gegeten en ze stonden dan ook vol nieuwsgierigheid over de schouders van Mario heen mee te gluren. De Belgen verwierven eeuwige sympathie door de afwas te doen.

Het was lang geleden dat ik nog groot wild zag. In het Noorden van Frankrijk, vooral dan in de Champagne-Ardenne was het vaak gebeurd dat ik in de morgen een hertje of reetje spotte. In de morgen van dag 82 werden Bernard en ik getrakteerd op twee prachtige taferelen met jonge hertjes in de hoofdrol. De eerste ontmoeting met twee hertjes was het prachtigst, tegen het zonlicht in, aan de rand van een veld, hun warme adem telkens een wolkje vormend in de koudere ochtendlucht. Ze bleven een aantal tellen muisstil staan, met hun wasemende koppen heel aandachtig in onze richting om het dan meteen op de loop te zetten.
Het was de voorbode van meer schoonheid die dag. De regio ten Zuiden van Siena is immers uitgeroepen door de UNESCO als werelderfgoed. We stapten onder andere door de gemeente Montalcino. Wie Montalcino zegt of schrijft, zegt en schrijft dan ook meteen  Brunello wijn. De Brunello di Montalcino is een rode wijn die in 1967 de zevende wijn werd in Italië met de beschermde herkomstbenaming DOC en behoort tot de meest gewaardeerde Italiaanse wijnen.
De gebruikte druif, de Brunello druif, is een kloon van de in Italië (Chianti) veel gebruikte Sangiovesedruif. Bekende producenten van Brunello di Montalcino zijn onder meer Biondi Santi, Fuligni, Case Basse, Valdicava, Salvioni en Brunelli.
Op het moment dat ik door een van de wijngaarden stapte was men net aan het oogsten. En ook hier waren het geen mensenhanden die de oogst binnenhaalden maar machines speciaal ontwikkeld voor het oogsten van de druiven. 
 
San Quirico d'Orcia zal voor eeuwig in mijn geheugen gebeiteld zijn door de ontmoeting met Don Gianni. Don Gianni was de hoeder van de kerk, herder van zijn parochie. En de schaapjes hadden hem graag. Zowel jong als oud ondertekenden een petitie tegen zijn overplaatsing naar een andere gemeente. 2 op de 3 San Quiriconen maakte het de bisschop duidelijk : don't touch Don Gianni. Nooit eerder zag ik jong volk, zowel jongens als meisjes, zo uitbundig de pastor groeten, nooit eerder zag ik een pastor in short en gumpies (Nikes maar niet van den Aldi) zo gekscheren  met iedere parochiaan die hij ontmoette.  Ik schat dat hij achteraan in de dertig, vooraan in de veertig was.  Flamboyant, grappig, een beetje nonchalant. Hj presteerde het om te laat te zijn voor de eucharistievierg. Bovendien had hij de sleutel van de zijdeur van de Sacristie vergeten waardoor hij heel hard op de deur moest kloppen opdat een van de zusters aanwezig in de kerk hem zou horen en de deur zou opendoen. De misviering startte hierdoor met enkele minuten vertraging. Niettegenstaande zijn populariteit, was een enkeling komen opdagen voor zijn mis op deze doordeweekse dag. 
Markant figuur die Don Gianni.


maandag 7 oktober 2013

Dag 80 : Abbadia di Isola - Siena

Dag 80 Abbadia di Isola - Siena (7km  buiten)

Vanuit Abbadia di Isola was het een goede vijf kilometer stappen naar Monteriggioni. In de verte, hoog op een heuvel, prachtig mooi in het ochtendgloren konden we deze ommuurde Middeleeuwse stad zien.
Monteriggioni werd in de 13de eeuw gesticht als vestingsplaats door de stad Siena als bescherming tegen de stad Florence. De vesting was ook bedoeld om de oude Via Francigena te beheersen, de centrale weg van Noorwest-Europa naar Rome. De Via Francigena meed immers het moerassige laagland waar de rivier de Elsa vaak overstroomde.
Tot aan de twaalfde eeuw was de strategische, lucratieve weg in handen geweest van allerlei kleine adellijke families, maar daarna trachtten de steden, zoals Florence, Siena, San Gimignano en Poggibonsi de Via Francigena meer en meer te beheersen om het vrije handelsverkeer te bevorderen. Het gebied werd het toneel van de voortdurende gewapende concurrentie tussen Florence en Siena, waar de kleinere steden onderschikt aan waren geworden.
In de middeleeuwen werd Monteriggioni enkele malen belegerd, maar pas in 1554 viel de vesting door verraad, in handen van de vijand, de keizerlijke troepen van keizer Karel V, onze eigenste Gentenaar, waarna ook Siena viel. Monteriggioni kwam in handen van de Medici, die de vesting en de omgeving verkochten aan adellijke families. Pogingen van het moderne Siena om de gemeente Monteriggioni te annexeren, mislukten. Het gebied is sinds 1720 voor een groot deel in bezit van de familie Griccioli, die er wijn produceert, Terre della Grigia-chianti.

Langs de vele kleine bos- en veldpaden  waren er voorlopig weliswaar geen wijngaarden te bespeuren. Wel, een weide van loslopende varkens zoals ik het me kon herinneren van vroeger uit mijn kindertijd bij ons in Neerrepen, bij boer Gust. Die van Gaia zouden dit alleen maar fantastisch gevonden hebben, en ik trouwens ook.

Bij aankomst in Siena zag ik voor het eerst op een officiele wegwijzer Rome staan. Nog 10 dagen en ongeveer 250km scheidden me van de eindbestemming. Ik werd er even stil van. Aangekomen in Siena had ik niet bepaald veel zin in sightseeing vermits ik ook nog een 7tall kms verder moest stappen. Samen met Bernard lunchte ik wel nog op de Piazzo del Campo, eerder alleen om wille van het uitzicht dan wel omwille van de prijs-kwaliteitsverhouding van het gereserveerde. In het stadshuis geraakten we via een aantal administratieve omwegen uiteindelijk bij de juiste persoon terecht die een mooi stempeltje plaatste in mijn inmiddels aardig met inkt gevulde credentiali of pelgrimspaspoort

Bernard bleef dus in Siena, ik stapte voort naar de B&B la Colina, een 7tal km buiten Siena. Bij aankomst werd ik niet bepaald op een aardige manier ontvangen door de hond des huizes. Als de bazin niet in de buurt was geweest, ik had het beest doorspiest met mijn wandelstokken. Naast Italiaanse automobilisten, collega-clochards die geen goededag zeggen , heb ik tijdens deze trip ook een grondigd hekel gekregen aan blaffende honden. Dagelijks wordt me zeker honderdmaal  duidelijk gemaakt dat ik en andere clochards  niet welkom zijn. En na 80 dagen maal 100 blafbeurten,  heb je er werkelijk genoeg van. Terugblaffen wat ik een keer geprobeerd heb, helpt ,vrees ik, geen sikkepit, integendeel.



zaterdag 5 oktober 2013

Dag 79 : San Gimignano - Abbadia di Isola

Dag 79 San Gimignano - Abbadia di Isola

Het was de vastste en langste slaap sedert het begin. En dit deed zich ook gevoelen. Ik had er enorm veel zin in  en de adembenemende landschappen bij het verlaten van San Gimignano, badend in het vroege zonlicht en ochtendnevel, maakte me goed gezind.
De tocht liep langs kleine paden die echter door de regen van de dag ervoor herschapen waren in ware klei-ski-pistes, zeker op de plaatsen waar ik passeerde via de steile hellingen van de wijngaarden. Maar ook dat kon de pret niet bederven. Het was puur genot van alles wat zich die dag aandiende.

Halfweg kwam ik bovendien Bernard terug tegen die zichtbaar aan het ploeteren was in de moeilijk begaanbare en zware klei paden. Hij was dan ook zo blij als een kind en kon zijn emotie moeilijk de baas. We omarmden elkaar, gaven elkaar vier dikke bezen en nadat hij zijn krop had doorgeslikt, stapten we samen de resterende helft naar Abbadia di Isola.

In Abbadia di Isola verbleven we in het ontvangsthuis van het broederschap Sint Jacobus van Compostella. Onze gastheer, Mario, stelde zich volledig ten dienste van de passerende pelgrim wat zich niet alleen uitte in het leveren van 'water en brood' maar ook door het ritueel van het wassen van de voeten van de pelgrim in ere te houden. In Wisques bij Frere Yves was me dit ritueel ook te beurt gevallen ware het niet dat men het wassen van de voeten vervangen had door het wassen van de handen.
Mario noemde ons echter geen pelgrims want in Italie gaat een pelgrim door het leven alszijnde iemand die reis boekt met de "pulman" naar Lourdes, Fatima, Assissi, Rome,... Hij noemde ons daarentegen clochards wat volgens mij ook niet meteen de lading dekt. Maar goed.

In het ontvangsthuis ontmoette ik ook Rosanna en Mario. Dit Italiaanse koppel dat een goed mondje vol Frans sprak  zorgde voor een bijzonder lekkere avondmaal. 
In gezelschap van Bernard, onze gastheer Mario en het Italiaanse bracht ik een fijne avond door die qua warmte en vriendschap de tegenpool was van de avond ervoor. En zo eindigde dag 79 zoals hij bogonnen was : in majeur.


Dag 78 : San Miniato -San Gimignano

Dag 78 San Miniato -San Gimignano

De langste en moeilijkste etappe stond op het programma. Quasi 40km, beschreven als "very strenous", terug op mijn ukkie, en er was regen aangekondigd.
De regen bleef uit tot 13u en dan gingen de hemelsluizen volledig open. Het reeds verlaten en troosteloze landschap kreeg iets angstjagends te meer de bliksem en donder gedurende meer dan een uur ook van de partij waren. 

Met een blik op oneindig, het verstand quasi op nul, inmiddels met water in de schoenen en met alle krachten in mijn lijf zette ik mijn tocht verder richting San Gimignano waar ik een goede 10 uren na vertrek snel op zoek ging naar mijn plaats van verblijf.
In de B&B kon ik beschikken over een haardroger die ik gebruikte om alle kleren en schoenen zo goed als mogelijk te drogen. Er was bovendien ook WIFI zodat ik mijn wekelijkse babbel kon hebben met Emma. En om 20u was mijn pijpke uit en verzonk in een diepe slaap. 




Dag 75-77 : Lucca - San Miniato

Dag 75-77 :. Lucca-San Miniato
Dag 75 : rustdag in Lucca
Tussenstop : Altipascio

Vanessa's timing om naar me te komen kon niet beter. Twee weekjes voor het einde, nog wat zuurstof en energie geven aan haar ventje om de laatste 400 km te overbruggen. Timing is alles. Een vroegere baas zei ons altijd : avant l'heure, ce n'est pas l'heure, apres l'heure, ce n'est plus l'heure.
Op de rustdag in Lucca deden we heel kalmpjes aan. Geen strak plan om Lucca cultureel of gastronomisch te verkennen. Traditiegetrouw maakte  ik op mijn vrije dag tijd om het verdere verloop van mijn tocht te plannen en mijn slaapplaatsen voor de komende 5a6 dagen vast te leggen. Een laatste keer !  Voor het eerst werd ik echter geconfonteerd met het feit dat de plekjes voor pelgrims volzet waren. Dit was zo het geval in San Gimignano en Siena. Dit had te maken met twee zaken nl 1. Het feit dat de weg naar Assissi ook langs deze 2plekjes passeert en 2. heelwat Italianen starten blijkbaar vanuit Siena of San Gimignano naar Rome. Een fenomeen dat ook gekend is op de weg naar Compostella waarbij de laatste 100, 200 kms gestapt worden zodoende men zeker is van een diploma. 

We planden wel om de Torre Guinigi te  beklimmen gezien het mooie uitzicht over Lucca en de ideale plek om mijn schatje te bedanken voor de bijzondere afgelopen 2,5 jaar dat we samen zijn en dit in de vorm van een ring, een creatie van mijn nichtje Elke Smellenbergh. Meisje blij, manneke ook blij! Het leven kan soms zo simpel zijn.

Op dag 76 stapten we van Lucca naar Altopascio. En in tegenstelling tot de algemene beeldvorming over Toscane, was het vlak terrein en niet bepaald mooi. Bovendien stapten we een groot stuk langs de grote weg en op asfalt. Wat dat betreft hadden we het bezoek van Vanessa niet bepaald juist gepland. Ook dag 77 was niet bepaald mooi te noemen. 

In Altopascio troffen we de Duitse Gaby, die inmiddels "hare Bernard" had laten gaan. Mijn vermoeden was dan toch verkeerd geweest. 
Voor Vanessa was het een  leuke ervaring iemand te ontmoeten die ik via mijn blog tot in de Vlaamse huiskamer had gebracht ( zin voor dichterlijke overdrijving mag toch). We leerden elkaar verder kennen aan de dinertafel waar we genoten van een aantal lokale specialiteiten op basis van wilde paddestoelen. Het was immers het seizoen hiervoor, nietwaar. By the way snel even opgezocht wat Porcini is/zijn ttz Eekhoorntjesbrood.
Zoals gezegd bracht dag 77 ook niet veel moois wat landschappen en ontmoetingen betreft. Gelukkig was mijn vrouwke er zodat we al babbelend de afstand vol praatten. 

Inmiddels was ik bijna 80 dagen onderweg en naarmate de eindmeet meer in zicht kwam, groeide het verlangen naar thuis, Emma, de familie, de vrienden, de gezelligheid van de herfstse avonden, het confort van een goed bed ( en steeds hetzelfde bed). De  aanwezigheid van Vanessa deed het verlangen om thuis te zijn met mijn geliefden alleen maar toenemen. Het was dan ook met moeite dat ik afscheid nam van haar. Ook al was het nog maar 2 weken, en ongetwijfeld lagen er mooie ontmoetingen voor me, ik was niet liever dan de andere kant uitgegaan op, de volgende morgen.

Dag 72-74 : Sarzana - Lucca

Dag 72-74 :  Sarzana - Lucca
Tussenstops : Massa en Camaiore

Beste lezer, ik heb wat achterstand opgelopen met mijn verslagen.  Enerzijds om wille van de vele ontmoetingen en het gezelschap onderweg en anderzijds door het feit dat de job van "schrijver" niet bepaald eenvoudig lijkt te zijn.
 Ik ben dus genoopt om een aantal dagen te bundelen en zo het gat met het heden dicht te rijden.

Gedurende drie dagen stapte Jacques mee. We overbrugden samen de afstand van Sarzana tot Lucca waar ik hem snel achterliet om me te haasten naar mijn liefje.
Jacques staat met een open geest in het leven. Dat toont hij ook op het werk door zijn openheid voor nieuwe ideeen en de zijn grote bereidheid om mee te werken aan verandering. Anderzijds is Jacques ook een fervent fietser wat zich vertaalt in een prima fysieke conditie wat ik ook mocht ondervinden. Als jonge zestiger huldigt hij alvast de levensleuze mens sana in corpore sano.
Stilzwijgend hadden we afgesproken dat er geen protocol was -ook al waren we niet in de ruimte- zodoende deden we alsof we elkaar reeds lange jaren kenden. En dat werkte best. Ik ga hier  niet in detail gaan, maar Jacques weet ongetwijfeld waarover ik het heb.

Ik had er een sport van gemaakt om tegen iedereen goededag te zeggen. Meestal werd een goededag beantwoord met een salve of buon-gorno. In de gevallen dat dit niet was, volharde ik meestal tot een groet terug mijn richting kwam. Ook Jacques deed gewillig mee aan deze sport.  Echter de onvriendelijkheid van de mensen die we tegenkwamen tussen Sarzana en Massa was niet te breken. Het moet zijn dat het marmer hun zwaar op de lever lag. 
We liepen immers op dag 72 aan de voet van de Apuaanse Alpen waar zich ongeveer 300 marmergroeven bevinden. Deze marmergroeven stammen uit de tijd van de Romeinen en zijn daarmee de oudste industrieterreinen ter wereld die nog in bedrijf zijn. Het marmer werd onder andere gebruikt door Michelangelo voor zijn 'David' en 'Pièta'.
Zij die ooit met de auto langs de Toscaanse kust gereden zijn gereden zijn via Carrara en Massa,  is ongetwijfeld al opgevallen dat de bergen bedekt zijn met eeuwige sneeuw, het marmer dus.
In Massa werden we daarentegen bijzonder vriendelijk ontvangen door een Capucijn in het convento aldaar. Het bier was op maar het verwelkomingspakket bestond uit wijn, cake en ijsjes (cornettos). We hadden de pater-capucijn ook gevraagd of hij ons twee glazen in kelkvorm kon bezorgen want beste Jacques had het zevende wereldwonder meegenomen uit Belgie ttz twee flesjes WestVleteren. Het werden uit eindelijk twee bekers waaruit we het beste bier van de wereld zouden soldaat maken na het avondeten, zo hadden Jacques en ik smakelijk en in de handenwrijvend afgesproken. Echter dit feestje ging niet door want bij onze terugkeer van het avondeten in het centrum van Massa was alles : de wijn, het afval van de cornetto's, de waterkan, EN de bekers verdwenen.
Dit was de tweede avond op rij dat het ons niet gelukt was om te drinken wat moest gedronken worden. De eerste avond was er zelfs geen glas te bespeuren in een zijgebouw van de kerk te Sarzana.

Op dag 73 stapten we van Massa naar Camaiore waar ik geen slaapplaats vond bij paters, de parochie, of...  Het werd dus een B&B met... fietsen. We maakten gebruik van de tweewielers om naar het strand te trappen en op zoek te gaan naar een gelateria want naast het ontbreken van glazen was het ons niet gelukt om twee dagen na elkaar te likken aan een of andere lekkere artisanale ijs.
Mamamia, was me dat effe schrikken. Ik moet toegeven dat de kustlijn wat gebouwen betreft net iets smaakvoller volgebouwd werd dan bij ons aan de Kust maar het strand was volledig ingenomen door, gezien het laagseizoen, lege strandstoelen die telkens van kleur veranderden als de privaat uitbating van een stuk strand van eigenaar veranderde. Wat moet dat geven in de zomer?  Ik mag er niet aandenken.
De ijs daarentegen was buono. 
Ook de flesjes zevende wereldwonder moesten eraan geloven die avond. Met de nodige egards wel te verstaan en bij herhaling elkaar zeggend : dat is toch lekker. Het ritueel werd trouwens digitaal vastgelegd. 

Na 16 dagen stappen zonder pauze, mocht ik me opmaken voor een rustdag in Lucca. Maar eerst nog samen met Jacques van Camaiore naar Lucca. Op mijn tocht mocht ik al heelwat aangename verrassingen ervaren en het deed me dan ook plezier dat ook Jacques zo'n ervaring mocht opdoen. In Valpromaro passeerden we una casa dei pelligrini, waarbij een infobordje aan de deur in vier talen de pelgrim uitnodigde voor een drankje. Het was ongeveer 11u30 en de gastvrouw en -heer vonden het niet kunnen dat we verder stapten zonder eerst onze maag vol te stouwen met een pasta. En zo geschiedde, geheel onverwacht, werden Jacques en ik ongelooflijk in de watten gelegd en voorzien  van de nodige koolhydraten om de rit verder uit te doen.

Op het moment van mijn aankomst te Lucca wachtte mijn schat, Vanessa, die ik inmiddels in geen 8 weken meer had gezien.  Mijn ongeduld was dus groot en veel tijd had ik niet om de goede afloop van onze driedaagse te vieren. Snel dronk ik nog een pintje op de piazza Puccini samen  met mijn wandelmaatje om hem dan abrupt achter te laten en me snel te begeven naar la piazza amphitheatro. Het was een emotioneel en blij weerzien en op een terrasje nestelden we ons voor een tijdje want er was zoveel om bij te praten.





Dag 71 : Aulla - Sarzana

Dag 71 : Aulla - Sarzana

De ochtend in Aulla was mistig en grauw. Een goede twee kilometer verder en twee honderd meter hoger kon ik de gevolgen zien van een atmosferische inversie. Beneden de vallei gehuld in de wolken, en tweehonderd meter hoger op de flanken van de heuvels een straalblauwe hemel en een prachtige zonsopgang.  

In de morgen van dag 71 zag  ik de Middelandse Zee terwijl ik al stappend flirte met de Ligurische en Toscaanse grens in de heuvels tussen Aulla en Sarzana. 
Het tweede gedeelte van de tocht stond echter in schril contrast met de rust en schoonheid van de heuvels. Ik had de vlakte aan de zee bereikt, de bevolkingsdichtheid was toegenomen met iedere meter die ik gedaald was en dus ook het lawaai, de drukte, mijn ergernis over het rijgedrag van de Italianen (zwakke weggebruiker ? Nooit van gehoord !) . Bovendien passeerde ik een verlaten (zondag) industrieterrein waar ik herinnerd werd aan het werk door een containerterminal die voorzien was van sporen.
Ik besefte voor het eerst dat ik mentaal heel ver weg was van mijn dagelijkse professionele omgeving. Terwijl ik thuis de schoonheid in de ruw- en hardheid van de havens kon zien, was ik niet in staat om ook maar een een stukje van dat gevoelen op te roepen. Gelukkig zit er nog een drietal weken tussen terug thuis aankomen en werken gaan... Maar zover zijn we nog niet natuurlijk.

Toch eindigde dag 71 in mooiheid, enerzijds door het verrassende Sarzana en anderzijds door een zichtbaar aangegrepen Jacques, een collega van het werk die me de komende drie dagen zou vergezellen. 
Zijn eerste woorden waren toen hij me terug zag : ik weet niet of ik dit zou kunnen... 


Dag 70 : Pontremoli - Aulla

Dag 70 : Pontremoli - Aulla

Pontremoli-Aulla was, om in het wielertermen te zeggen, de Ronde van Vlaanderen van mijn tocht  (de oude versie wel te verstaan : maw geen plaatselijke rondes :-)) : korte stevige hellingen, prachtige vistas, en een lange rechte lijn na de heuvels. 

Vier gebeurtenissen gaven extra kleur aan dag 70 : 

Ten eerste was er de verjaardag van mijn nichtje Fleur, de jongste van onze Patrick. Deze gebeurtenis gaf aanleiding tot reflectie over mijn jongere broer Patrick, ook wel Patje genoemd. Toffe gast die broer van me. Het clowneske is er iet wat uitgegaan maar nog altijd kan hij ongewoon, onverwacht grappig uit de hoek komen. Een rots in de branding ook. Onze Pat kan je vragen om hulp, hij staat altijd klaar. Anderzijds zou hij zelf wat meer hulp mogen vragen. Een halve kop groter, twee schouders breder dan zijn oudere broer, gaat hij door het leven als een beer van een vent. Een beest, een werkbeest, onvervalste werkkracht, maar ook zo zacht en kwetsbaar. Soms, heel soms een klein vogeltje met een heel klein hartje. Die tegenstelling in hem maakt hem zoveel mooier. Mijn broer is puur natuur. What you see, is what you get. No hidden agenda, geen berekenbaarheid, gewoon heel echt en authemtiek. Ik hou van de kerel. Ik zie hem echter te weinig. Een aantal jaren geleden hebben we een 30 jaar oude zeilboot (een 470 voor de kenners) gekocht met de bedoeling als broers een gezamenlijk activiteit te hebben. Een mega grote scheur in het groot zeil -ik vrees dat we een kat in een zak gekocht hebben- maakte een einde aan onze fantastisch voornemen. Ik denk niet dat we 5 keer onze boot hebben opgetuigd.  Ik blijf hopen dat we in de toekomst meer tijd zullen vinden voor elkaar... Anderzijds geniet ik ten volle van de keren dat hij er wel is...

Ten tweede ontving ik een ontzettende attentvolle sms van een collega van het werk. Deze brave man stuurt me op geregelde tijdstippen een kort berichtje, steeds hartverwarmend en een bron van energie. Zijn naam laat ik lekker in het midden, gezien het feit dat hij ook graag discreet te werk gaat. 
 
Ten derde ontving het nieuws dat er een artikel in het Nieuwsblad verschenen was dankzij  de man die in Heren 5 (tennis, zie ook vorig verslag) in het Genkse ook wel door het leven gaat als de "tutser" -of was dat zijn jongere broer?-  Bij deze mijn oprechte dank, Dirk. Dit artikel heeft ontzettend veel plezier gedaan aan een hoop van mensen zoals daar zijn Emma, mijn ouders, de ouders van Vanessa, Vanessa zelf en Evelina, de dochter van Vanessa, die het artikel een aantal dagen later gebruikte voor haar nieuwsronde in de  klas,... 

Ten vierde, de avond die ik samen doorbracht met onze Noord-Ier, Brendan. Op een of andere manier vinden de mensen de weg naar me om hun verhaal te doen. Ook zo, Brendan, toen hij me vertelde over de beweegredenen van zijn tocht. Uit respect ga ik hier niet dieper op in, maar ik hoop dat hij de nodige antwoorden op zijn tocht zal vinden. Via Brendan leerde ik ook heelwat over de nog steeds kwetsbare situatie te Belfast. Ook dat is onderweg zijn, meer te weten komen van andere landen... Anderzijds laat ik geen kans liggen om Belgie uit te leggen aan de buitenwereld.
By the way, wij Vlamingen moeten stoppen met te zeggen dat we Vlaams spreken. We spreken immers Nederlands, zo heet namelijk ook het vak dat mijn dochter een 5-tal uur per week heeft op school. Bij mijn weten heet dat vak niet Vlaams. Soit, Ik ben alvast zeker dat Geert Van Istendael het wel eens zal zijn met mij. Geert wie ?

maandag 30 september 2013

Dag 68-69 : Svizzano - Pontremoli

Dag 68 - 69 Sivizzano - Pontremoli
Tussenstop : Berceto

Op dag 68 was het een goede 800 meters stijgen om daarna terug 500 meters te dalen naar Berceto en op dag 69 was het een goede 700 meters stijgen om dan via de Passo de la Cesa een goede 1000 meters te dalen naar Pontremoli
Het waren dus twee stevige dagen van klimmen en dalen. Twee dagen van extra fysieke labeur, te meer vermits dag 69 er bovendien eentje was van 32 km. 

Op dag 9 had ik me in de infirmerie van de paters en broeders tradionalisten op zo'n oude klassieke weegschaal die ieder kind in ons zich nog wel kan herinneren van de jaarlijkse PMS-onderzoeken, gewogen. En in mijn blootje gaf de schaal een goede 94kg aan. 
Inmiddels schat ik een goede 10 kg verloren te hebben en tijdens het klimmen deed het me dan ook deugd te voelen dat mijn lichaam de extra inspanningen redelijk goed verteerde.
Het ergste van een berg is echter het afdalen. Misschien minder belastend cardiologish gezien dan, maar voor pezen, spieren en knoken een ware geseling. Tijdens het afdalen is bovendien een grotere concentratie vereist om kwetsuren maximaal mogelijk te vermijden. En de afdaling naar Po 
ntremoli was hierin niet anders. Alles goed verlopen hoor, maar bij aankomst in Pontremoli was den deze content dat deze moeilijke afdaling toch achter de rug lag.

Tijdens de dagen 68 en 69 was het Peter, de Duitser die ik het vaakst onderweg tegenkwam : Op dag 68, een eerste keer -want zeer vroeg vertrokken- ergens in een ontiegelijk klein heuveldorpje bestaande uit een kerkje en drie huisjes alwaar hij een pauze nam en waar ik hem passeerde, een tweede keer in een dorp verderop alwaar we een capu dronken en ons bevoorraadden voor een picnic nadat hij via de weg een aantal kms had goed gemaakt ten opzichte van het francigena pad, om dan een eindje samen te stappen, onze picnic te verorberen en dan terug in onze eigen tempo af te zakken naar Berceto waar we elkaar terug zagen in het lokale jeughuis alwaar we een kamer met drie stapelbedden deelden.
Op dag 69 kwam ik hem tegen ergens in de afdaling naar Pontremoli na 2 uur stappen. Hij had net zijn voet omgeklonken en hij kermde het uit van de pijn. Niettegenstaande zette hij zijn stappen verder, weliswaar via de gewone weg.
Peter was een aardige kerel van dik in de vijftig die theologie gestuurd had en die als parochiaal medewerker in zijn heimat het gelijke werk van een pastor mocht doen op uitzondering van het uitvoeren van de 7 sacrementen (voor de ongelovigen onder ons : het doopsel, de eucharistie, het vormsel, het huwelijk, de priesterwijding,  de biecht, de ziekenzalving). Peter was het type kuitenbijter die je bij de junior-veteranen en veteranen in het tennis ook wel eens tegenkomt - uitzonderlijk ook in heren 5 in de buurt van Genk- Iedere bal lichtjes terug "tutsen" tot ergernis van de technisch bekwamere andere kant. En niettegenstaande die technisch bekwamere kant zijn best deed om ballen ongrijpbaar te maken voor de "tutser", iedere bal werd geretourneerd. "Peter stapte met minstens 10 kg teveel op zijn rug, had minstens een tiental blaren op zijn hiel en toch sleepte hij zich er iedere dag al kreunend doorheen. Elke dag kwam hij aan. De prijs van de schoonheid zou hij ongetwijfeld niet winnen maar die van de verbetenheid en doorzetting des te meer.

In Pontremoli aan de voet van de Apenijnen hadden we in het bijzijn van Brendan, de Noord-Ier, ons laatste avondmaal. De volgende dag zou Peter immers de trein nemen naar Sarzana om van daaruit naar Massa te stappen. Hij had immers zijn zinnen gezet op een aankomst te Rome op 5 oktober en met de resterende tijd was het quasi onmogelijk om dit al wandelend te doen. 


zondag 29 september 2013

Dag 66-67 : Fidenza - Sivizzano

Dag 66 -67 Fidenza - Sivizzano
Stop :  Medesano 

Het duurde geen half uur na mijn vertrek of daar was ie dan : het eerste heuveltje na lange tijd. Mijn blijdschap was zo groot dat ik deze bult omzoomd met een rij bomen langs weerszijden (maw een dreef) voor de eeuwigheid vastlegde op de digitale plaat. 
Bovendien kon ik het niet laten om het laatste stuk naar boven te rennen. Het was nog vroeg, dus niemand in de buurt. Men zou voor minder  belanden in het zottenhuis.

Dag 66 was genieten van de vergezichten, die naarmate de hoogtemeters stegen alleen maar impressionanter werden. Valleien en dalen werden steeds dieper, de toppen van de groene heuvels begonnen steeds meer te flirten met het rotsachtige karakter van echte bergen. Dat was alvast richting het Zuiden.
In het Noorden kon ik dan heel duidelijk en afgetekend, niettegenstaande 250 a300 km verderop, de Alpen zien. Nogmaals werd bevestigd dat die Povlakte immens groot was.

Ik had er zin en met een mega stevige tred ging ik er vandoor zodoende ik tegen 12u30, 23km had weggemaaid en was toegekomen op mijn bestemming van de dag: Medesano.
In een bar speelde ik een bijzondere matige pasta carbonara binnen. Toen ik de eigenaar vroeg waar ik het oratorio kon vinden, zei hij zonder verpinken dat pelgrims er niet meer welkom waren. Nochthans had ik geen 24u voorheen een vriendelijke stem aan de lijn gehad met de boodschap dat ze me graag verwelkomden. Toen ik bij verlaten van de bar even achterom keek vond ik meteen het antwoord op de merkwaardige opmerking van de eigenaar van de bar-HOTEL.
In het oratorio trof ik inderdaad een vriendelijke kerel die me wegwijs maakte. Wat volgde was een mega siesta van quasi een ganse namiddag. 

Op dag 67 klom ik lichtjes verder door de Apenijnen. Een beeld zegt zoveel meer dan woorden en dus werd het geheugen van mijn I-Phone zwaar op de proef gesteld. 
Inmiddels heb ik over de 800 foto's genomen. Te bedenken dat achter iedere foto wel een klein verhaal schuilt. Wat ga ik veel te zeggen hebben als ik terug thuis ben.

In Svizzano ontmoette ik Peter uit Frankfurt, Brendan uit Belfast en Fausto en Rossano, een Italiaans koppel uit Bergamo.
Zwaar puffend, waggelend hinkend als een eend, zwetend als een rund en met een verkramd gezicht kwam den Duits Peter als eerste na mijn aankomst toe  in het ostello, een mooi gerestaureerde sous sol van een meer dan 800 jaar oud gebouw. 
Ik kreeg pijn aan mijn al mijn ledematen, alleen al maar door te kijken naar zijn rugzak. 
Een half uurtje later arriveerden de andere drie : Het Italiaanse koppel, Fausto en Rossana,  eerder zwijgzaam en afwachtend, de (Noord)Ier, Brendan, meteen joviaal en vriendelijk. 
Dit trio was zo vriendelijk geweest om inkopen te doen ergens onderweg zodoende we 's avonds met zijn allen konden proeven en smullen van Rossana's pasta. Het was niet alleen vriendelijk maar ook voorzienend vermits er in het dorp niets te rapen viel.

Inmiddels was ik op mijn tocht al een aantal markante persoonlijkheden tegen gekomen. Zo ook de gepensioneerde Fausto. Niet alleen om wille van zijn bijzonder lange grijze haren (tot halverweg zijn rug)  maar vooral voor het aantal marathons dat de man in zijn leven gelopen had ttz bijna 600 die hij in een gemiddelde tijd van 4uur liep. Sir Marathon werd hij ook wel genoemd zo vertelde hij me niet geheel zonder enige trots. Fier toonde hij me ook zijn blog.
http://sirmarathon.blogspot.it met als adagium : non e importante la meta, ma il cammino.

En met dat laatste kan ik gezien de vele onverwachtte ontmoetingen alleen maar beamen.

zondag 22 september 2013

Dag 65 : Fiorenzuola - Fidenza

Dag 65 Fiorenzuola - Fidenza

Dag 65 was eindelijk de allerlaatste dag in de Povlakte. 

Tien dagen lang stapte ik in deze immense vlakte. Ik leerde er meer over de rijstcultuur,  werd er verrast door kleine pareltjes van kunststeden als Pavia en Piacenza met als uitsmijter Certosa de Pavia, werd er gecharmeerd door de vriendelijkheid en behulpzaamheid van een steeds groter wordende groep van gepensioneerden die er alles aandeed om de bewegwijzering en de ontvangst in de vele ostello's/oratorio's zo optimaal te maken voor de stapper, en ontmoette er een aantal bijzondere mensen zoals Renato, Gaby er Bernard.

Als geweldige afsluiter van deze periode werd ik op de koop toe uitgenodigd, eerst voor een koffie, daarna voor een pastaluncke.
Gastheer van dienst was ene Massimo die in de stilte van de velden rond Fidenza een gezellig boerderijke huurde. Massimo was leraar geschiedenis, Italiaans en politieke wetenschappen in een middenschool. De volgende dag zouden de lessen voor hem starten en op het moment dat ik zijn thuis voorbij stapte legde hij de laatste hand aan zijn voorbereiding van de eerste schooldag. Het moment om een eenzame pelgrim uit te nodigen moet hij gedacht hebben en zo geschiedde. 
Massimo was een bijzonder rustige, vooral luisterende man. Ik schat dat hij rond de 50 was, vader van een zoon die aan het studeren was aan de universiteit, en levenspartner in een latrelatie met Claudia. 
Hij droeg een retro trainingsvestje van de jaren 70 met de naam van Cruyf erop. Op het tafeltje spotte ik een een mousepat met de afbeelding van Nijntje, (Miffy in Italie) met een molen op de achtergrond en tulpen op het voorplan.. Een cadeau van zijn Claudia omdat hij zoveel van Nederland hield.  En vooral dan van de Texel-eilanden. 
Met het schaamrood op zijn lippen gaf hij toe dat hij alleen maar door Belgie gepasseerd was op weg naar onze noorderburen.
Meer dan 2 uur lunchten we samen en praatten we in een combinatie van Frans en Italiaans over de Italiaanse politiek, de politieke situatie in ons land (was redelijk op de hoogte), de maffia en de producten die maffia-vrij zijn in de free-trade winkels, het voetbal en Inter waar hij grote fan van was, en vogels want samen met behulp van een meertalig ornitologisch naslagwerk probeerden we te achterhalen welke vogel mij in het Noorden van Frankrijk vergezeld had. 
De beschrijving van de veldleeuwerik kwam het dichts bij mijn waarnemingen en bevestigde meteen de eerdere suggesties van Dirk V en onze papa. 
Wat een toffe kerel. Met een stevige knuffel namen we afscheid  en beloofden we elkaar op te zoeken indien we in de toekomst in elkaar's buurt zouden zijn. 

In Fidenza die avond ontdekte ik ook de plaats waar Pizzahut zijn inspiratie vandaan haalde voor zijn deeppanpizza. Niet alleen genoot ik er van een overheerlijk copieus stuk Pizza en een lekkere frisse pint maar ook van de muziek van Radio Capital die op den Tv te zien was. 
Bij deze de playlist van de avond : 
The blues brothers , Prince : She wore a rasberry baret,  Stephanie Mills rondhuppelend in het bos :  I never knew love like this before,  Michael Jackson : off the wall,  Patrick Juvet :  I love America,  Abba :  Dancing  Queen,  Daryl Hall and Johan Oates : I can go for that,  kinky Duran Dura : Planet Earth....

I do admit : I love disco and funk ...

Dag 64 : Montale - Fiorenzuola

Dag 64 Montale - Fiorenzuola 

In de morgen van dag 64 namen we definitief afscheid van Mario die in Piacenza de trein nam naar Lucca. Vanuit Lucca zou hij nog een aantal dagen stappen naar Siena om vervolgens op zoek te gaan naar de juiste vrouw in Oost Europa.
Mario was een iet wat bijzondere kerel. Niet alleen zijn mirakel verhaal droeg bij tot mijn perceptie van de man, ook zijn constante opmerkingen over de omgeving, het eten, Italie : te koud, te warm, te saai, te lelijk, te dit, te dat... Bovendien was er wel altijd iets medisch aan de hand met de man die ongelukkig genoeg ook nog eens als een astma patient door het leven ging, wat we meermaals mochten ervaren tijdens de nachten dat we samen in een gemeenschappelijke ruimte sliepen. Na drie weken Italie was het voor hem nog altijd moeilijk om het systeem van primi en secondi piatti te begrijpen en bestelde hij nog steeds een vino tinto, het weinige Spaans dat hij had overgehouden van zijn camino een tweetal jaar geleden, in plaats een vino rosso,  waarbij de ober of dienster dan telkens zijn/haar wenkbrauwen fronste en vroeg che ?
Anderzijds was hij goedlachs en wist hij zichzelf wel altijd te relativeren waardoor hij toch iets van el simpatico had. Ik hoop dat de nabije toekomst en het lot hem een fantastische vrouw zullen brengen zodat hij op zijn pensioengerechtigde leeftijd toch de nodige gemoedsrust mag terugvinden. 

Bernard, Gaby en ikzelf vertrokken vervolgens naar Fiorenzuola. Voor het eerst in lange tijd hingen er dreigende wolken boven onze hoofden. Na 1,5 maand van zonneschijn op enkele regendruppeltjes na was het dan zo ver : een lange regenbui van jewelste begeleidde ons de ganse namiddag. We kwamen dan ook kliedernat toe op onze bestemming waar we getuigen waren van een trouw aan de duomo van Fiorenzuola.  Dan woon je op een plaats waar de zon 300 dagen per jaar schijnt, en dan regent het toch wel zeker op je trouwdag. 

Bij deze is een uiting van enorm diep respect voor die pelgrims die begin dit jaar in de druilerige lente die we gekend hebben gestapt hebben, niet ongepast. Dagen na elkaar door de regen je weg zoeken, geen enkel kledingsstuk dat droog kan aangetrokken worden in de morgen, geen straaltje zon om je aan op te warmen, ... Wat een ellende van een energiekiller moet dit geweest zijn. En toch zijn er mensen die het hele traject gestapt hebben. Chapeau en een diepe buiging !!

In Fiorenzuola hadden Gaby, Bernard en ik ook ons laatste avondmaal samen. Ik denk dat er iets tussen die twee aan het groeien was en bijgevolg wouden ze een tijdje met hun tweetjes ervan door. Love was in the air....een taxi pikte hen de volgende dag op en bracht hen een goede 15km verder op de Via.
Ik kan me inbeelden dat ik zowel Gaby als Bernard nog zal terugzien, indien niet op de Via dan zeker op onze verdere levensweg. Onderlinge uitnodigingen werden alvast mondeling gemaakt. 

Bernard had trouwens nog een prachtig verhaal in petto over zijn stemgedrag. Al jaren stemt hij ongeldig omdat het zijn overtuiging is dat zijn stem toch geen verschil maakt. Een discussie op zich waard maar niet met een 65-jarige die toch niet van gedacht te veranderen is. Hij heeft echter wel een heel originele manier om ongeldig te stemmen : hij houdt namelijk een logboek bij van politieke blunders en niet waargemaakte beloftes en op de dag dat hij als Frans staatsburger zijn recht van stemmen uitoefent, dropt hij zijn logboekje in de stembus. 
In Italie zou hij alleen al met al die Berlusconi toestanden zijn logboekje niet kwijt kunnen in de stembus... 
Wat een toestanden hier. En ik vrees dat de Italianen en een bepaalde politieke klasse nog steeds niet echt begrepen hebben in welke merde ze zitten. Als dit maar goed afloopt...