Inmiddels ben ik gearriveerd te Arras, plaats van mijn eerste rustdag. De afgelopen dagen waren gevuld met interessante ontmoetingen en gebeurtenissen waardoor er weinig tijd over bleef om te bloggen. In Arras zal ik zeker tijd hebben om het verhaal terug te brengen naar mijn actuele fysieke lokatie. Het verhaal van dag 6 stond lang in de steigers maar Wifi ontbrak om dit verhaal met jullie te delen. Wat hierna dus volgt is het relaas van dag 6 :
Vermits het tot dusver de langste tocht zou zijn, was ik er vroeger uit dan anders. Rond 9 u was ik dan gepakt en gezakt om te tocht aan te vatten. Even nog langs de lokale bakker voor een vers baguetteje, de lokale supermarkt voor beleg, fruit en groenten en dan naar de tabac-cafe voor een grand-creme and off we went.
De mevrouw van de kassa van de lokale supermarkt kwam me nog even narennen omdat ik mijn wandelstok in de winkel vergeten was, net nadat ik in diezelfde supermarkt een nieuwe pet en zonnebril gekocht had om redenen van eerder verlies. Ik en dingen vergeten, horrible. Buiten stappen, eten, drinken en slapen ga ik de komende drie maanden niet veel moeten. Maar zorg dragen voor mijn spullen zal wel een werkpunt zijn vanaf vandaag. Ik heb er goed aangedaan om een nieuwe pet te kopen. Ik ben namelijk door heelwat open ruimtes gestapt en de zon stond hevig. De warmte op zich viel nog mee omdat er een strakke wind stond maar de uv-stralen van onze ster-zon deden hun werk.
Vanaf de eerste stappen was het duidelijk dat er geen bewegwijzering voorzien was. Dan maar terugvallen op de gids tot km 6 want vanaf dat punt - ik moet zeker iets verkeerd geinterpreteerd hebben- tot en met km 17 trok ik mijn plan met google maps. Vanaf km 17 dan weer de gids en weer had ik prijs : 3.5 km extra aan mijn been. Goede oefening voor die andere dagen van meer dan 30km -always look on the bright side of life- maar toch een beetje moe.
Toegekomen in de abdij van St-Paul te Wisques werd ik door de monnik verantwoordelijk voor pelgrims en andere gasten bijzonder vriendelijk welkom geheten. Zijn naam was Yves en al 47 jaar monnik in deze abdij. Voor het avondmaal kreeg ik de nodige instructies van de 71 jarige monnik want er zou een ritueel aan het eetmaal voorafgaan : de abdijoverste zou naar me toestappen en mij een aantal vragen stellen -die ik natuurlijk in perfect Frans beantwoord heb (begon te stotteren)-, daarna zou ik mijn handen in een schaal moeten leggen waar de overste dan water zou over gieten, mijn handen zou wassen en afdrogen.
En zo geschiedde ook waarna ik mij als enige 'pelgrim' naar de refectoire mocht begeven waar in het midden van deze veel te grote eetzaal voor de 14 resterende monniken een tafel van 10 enkel gedekt was voor mij als gast. Links van me zat de abdij overste op een verhoog ook alleen aan een tafel en voor en achter mij zaten de resterende monniken op een rijtje aan diverse smalle en lange tafels ( dus geen tafels waar men tegenover elkaar zit). Het avondmaal werd ingezet door een lezing van een niet aan tafel zittende monnik vanop een spreekgestoelte. Na een goede 5 minuten gaf de overste dan een sein door met zijn wijsvinger hard op zijn tafel te kloppen waarna de rest ging zitten en iedereen in perfecte stilte begon te eten. Het was een eenvoudige maaltijd zoals dit monniken betaamt. Als enige, kreeg ik een St Omerke -lokaal biertje- bij het eten gereserveerd als blijk van hun gastvrijheid. Ik kan niet zeggen dat ik er stil van werd want dat was ik al maar het deed wel iets. Monnik Yves zat schuin tegenover me en gaf op non verbale wijze teken wanneer we de in schemer gehulde en met glasramen omringde mystieke eetzaal konden verlaten. Wat daarna volgde was een verhaal voor man bijt hond.
Monnik Yves vertelde me dat hij na de avondgebeden nog een fles Duits bier in het geniep wou ledigen met me. En zo gebeurde ook. Terwijl alle monniken na het gebed richting hun slaapkamer gingen, meldde pere hotelierYves, goed observerend of hij niet gevolgd werd, zich aan in de eetzaal waar de gasten het ontbijt doorgaans verorberen. Uit een kast waar alleen hij toegang toe had, haalde hij een fles te voorschijn. Nu niks speciaals onder de zon, een gewoon Duits lagertje bovendien te warm geserveerd maar het idee alleen maakte er op z' n minst een West Vleteren van. Na eerst wat beleefde vraagjes aan elkaar gesteld te hebben, vertelde pere Yves dat hij na 47 lange jaren deel uit te maken van het meubilair een nieuwe wending zou geven aan zijn carriere en dit allemaal om wille van de macht van het getal. Ik verklaar me nader : in tegenstelling tot de uitstervende populatie van de abdij St Paul te Wisques blijken andere abdijen in de regio met een overtal te kampen. En dus zou een transfert van 15 nieuwe monniken nieuw leven in de brouwerij brengen te Wisques ter ontlasting van overvolle abdijen elders. Ware het niet dat het aankomend contingent een andere, meer traditionele leer in het Latijn erop na wou houden dik tegen de zin van meer dan de helft van de bestaande groep van geestelijken, waaronder dus ook pere Yves. In volle loop ventileerde hij zijn kwaadheid waardoor hij voor mij een stuk meer mens werd. Bovendien was hij bijzonder open en eerlijk over zijn angsten gelinkt aan zijn nieuwe leven buiten de abdij en zijn nieuwe job als priester in een home voor bejaarden. Tu sais Geert, je n'ai jamais du acheter des vetements... Maar anderzijds was hij moedig en had hij heel veel zin om het werk van God met toch wel een grotere sociale impact in te vullen. Ik zal de ontmoeting met pere Yves niet snel vergeten. Angstig en kwaad was hij zeker maar op 71 jarige leeftijd nog zoveel courage om aan een nieuwe start te beginnen.
Bewonderenswaardig.
Geert, een prachtig verhaal. Nog veel succes verder!
BeantwoordenVerwijderen